| Full text |
kome om hun lijnwaad te vouwen dan degenen die er
den eed op gedaan hebben.
Verder werden nog enkele tarieven van den tol geregeld,
daar de stad te dien tijde ’s hertogen tol gepacht had.
Het Engelsch huis.
Bij een tweede akte, dezen zelfden 7 Juli 1474 be-
zegeld, gunde de stad aan de Engelsche natie een huis
met hof, plaats, en toebehoorten, gestaan in de Bullinc-
strate die men heet Wolstraat, welk huis de stad had
gekocht van heer Michiel van den Werve, met voorwaarde
dat in geval van oorlog de Engelschen niet meer ter jaar-
markt komende, het erf terug aan de stad zou komen, en dit
«opdat zij te goedwilliger deze stad buiten en binnen jaar-
markten zouden frequenteeren in meerderen getale van per-
sonen en koopmanschappen dan zij tot hiertoe gedaan heb-
ben, hetgeen vanwege de natie beloofd is geworden. >» Hierbij
verbond zich de stad dat in geval de boet van 20 sch. door de
stad gesteld op degenen die in hun pakhuizen kwamen om
het lijnwaad te vouwen niet werd geëxecuteerd, de stad zelf
de 20 sch. aan de natie betalen zal om die tot godsdienstig
doeleinde te gebruiken (1).
Een derde akte, van denzelfden dag, regelt nader de over-
dracht van het huis. Het wordt overgedragen aan den En-
gelschen gouverneur Jan Pykering en aan de gemeene natie.
Het is gelegen tusschen het huis Calays op den hoek West-
waart, en het huis den Pelikaan Oostwaarts komende achter
tot in de Zirkstraat, waar het poort en schuur heeft. (Volgt
een zeer gedetailleerde beschrijving van de erfscheidingen die
te metsen en te timmeren zijn).
(1) Beide akten van 7 Juli 1474 in de reeds vermelde bundels; de
laatste akte werd ook ingeschreven in het stadsregister, het «groot pam-
pieren privilegieboek». Men herinnere zich dat het « Oostersch Huis »
van 1468 dagteekende.
166
? |
