| Full text |
De verzoening.
Op 8 April (1458) verklaarden de 6 zeggers accoord te
zijn op de volgende punten : 1) roerende «van der helicht
van den gewichte», is beslist dat alles blijven zal naar het
oud gebruik (?) ; 2) geschillen met den tollenaar zullen voor-
gelegd worden aan goede mannen binnen Antwerpen, die
steeds ten dienste der partijen zullen zijn : en wanneer de
Engelsche kooplieden in de markten beginnen te pakken
hun goederen, zoo zullen zij den magistraat vragen om te
hunner beschikking te hebben de gecommitteerden… ; 3)
wanneer de Engelschen iets te doen of te vragen hebben op
het stadhuis, «zoo zullen zij gehoord zijn ten aller eerst »
en ten aller eerst zal men hun zaken beslechten ; 4) is ver-
staan dat men een aangehouden Engelschen koopman op
cautie zal vrijlaten, naar zijn privilegie ; 5) ook op het punt
van het verlengen der markten, zal men de Engelschen in-
volgen ; 6) (regelde den tol bij het overzetten van goederen
over de Schelde naar Vlaanderen) ; 7) in zake de beleedigin-
gen van Marten van den Hove, den waagmeester, Marten zal
moeten komen voor die van de natie om er te zeggen « dat hij
dezelve woorden nooit sprak op den koning van Engeland of
op de natie, maar dat hij die zeide met ‘heeten bloede, in haa-
stigheid, waarop hij zijn eed doen zal en vergiffenis zal bid-
den, en een bedevaart doen te St-Niklaas ten Oestenvaren ; 8)
dat de stad Antwerpen al de privilegiën der Engelschen zal
helpen sterken ; 9) dat ieder koopman die zich om eenig Ant-
werpsch officier bekreunt, dadelijk zijn gebrek en reparatie
zal vervolgen met den rechte, te weten in dezelfde markt of
binnen ’s jaars daarna, zonder in latere tijden zijn gebrek
te mogen eischen.
Na deze punten, waarop de zes zeggers tot accoord waren
gekomen, sprak de «overman» zich uit, omtrent de « twee-
scheidigheden » : 1) op begeerte der Engelschen om amplia-
161
? |
