« Gaat ge slapen? vroeg zij dof. Hij knikte met het hoofd en stak de deur van ’t nacht- vertrekje open. Zij draaide ’t lampje in de keuken uit en volg le hem: « Zeg, moeten wij hem toch niet afleggen ? « ’tKan mij niet schelen ! » antwoordde hij ruw. Stom volgde zij hem voortdurend op. Sinds hij van zijne vrouw gescheiden leefde sliep hij op den zolder; en zonder eenen blik voor ’t doode kind dat daar onder lag, had hij het lampje in de hand genomen en was reeds langs den steilen trap. Werktuigelijk, zonder nog een woord te durven spreken, maar het oog, door heen de sporten, onweerstaanbaar op het lijk gevestigd, volgde zij hem steeds op. Het bed stond daar omhoog, onder de pannen; en voor= aleer hij den tijd had haar te vragen wat zij er kwam doen en, mogelijk, haar heen te zenden, zette zij zich vastberaden op de sponde neêr en zei, hem strak aanschouwend. « Mijnheer de pastoor heeft het mij aldus bevolen. » Hij zei geen woord maar zag haar aan en eene zonder- linge vlam schoot uit zijn grijze oogen. Krachtig ademend deed hij zijne kleêren uit en toen hij in zijn hemd stond boog hij neêr en nam den nachtpot van onder ’t bed. Groot en struisch, tevens gebogen en vierkant van schouders en ‘themd, boven de breede rugbladeren, door twee ronde, zwartachtige zweetvlekken bezoedeld, keerde hij haar den rug toe. Haar japon viel neêr, zij kroop onder de grauwe sar- gen ;en toen hij, na eenige stonden onbeweeglijkheid neder- boog en den nachtpot terug onder het bed schoof, blies zij het lampje uit. Alles werd pikdonker. Cloet, al tastend, kroop in ‘t bed en voor de eerste maal sedert zes jaren sliep De Bestuurder, Por pe Monte hij met zijne vrouw. Keen