Full text |
MOETEN zulks eischen, onmiddellijk. Wij. MOETEN op stuk van voorop-
leiding een anderen weg in. Het mag dan ook waar. zijn, da%?elk klein biblio-
theekje niet een bibliothekaris moet hebben, die een openbare bibliotheek
zou kunnen leiden in een groote stad. Maar- het meerendeel kent het ABC
van het vak niet; en als er wat over geleerd 'werd, dan wordt.de bagage (en
welke) met veel tralala onmiddellijk over.boord gesmeten. En... onderwijl
hebben wij wellicht geen enkele kracht die in staat zou zijn naar den ëisçh
een Openbare Bibliotheek in onze provinciesteden te leiden.
Oh! ik voer niets in het schild.tegen bestaande toestanden; ik waar-
deer de opoffering van onze 2600 bibliothecarissen en hun honderd duizen-
den voorgangers (want van verwisselen hebben wij gehouden....), ik waar-
deer dit alles meer dan wie oók, maar de opoffering mag niet alleen een
opoffering van vrijen tijd zijn. Niet afdwalen a.u.b. De opoffering, de ware,
moet zich uiten door het plooien naar de eischen van het vak. Wij hebben
geen wetten te stellen aan het vak, of niet te doen als was er geen vak, of het
eens uit te vinden naar onze manier. Het is er en wij moeten er aan geloo-
ven. Doen wij dat niet, dan hebben wij al wat gedaan werd niet eerlijk ge-
meend; dan ligt ons doel niet daar, waar wij zoo hoog over opgêven.
Er moet klaarte komen in onze geesten, in alle geesten, die zich met dè
bibliotheek willen bemoeien. Het is gebleken dat buitenstaanders ons vak
niet zien, d.w.z., de structuur van het heele bibliotheekwezen niet begrijpen,
dan is het aan ons om deze te doen voelen, en ze bijgevolg in de eerste
plaats zelf te erkennen. Er is een evolutie in het vak in getreden sedert
jaren reeds en daarvan hebben wij niet geprofiteerd. Wij zullen niet de
Vlaamsche. Vëreeniging van Bibliothecarissen met het wel omschreven pro-
gramma zijn, indien wij geen baanbrekers willen zijn en indien wij .de Re-
geering en de. Openbare Besturen er niet kunnen toebrengen andere inzich-
ten te gaan koesteren. Ik wensch niet te overdrijven en te beweren, dat
theorie alles is, maar houd vol, dat de practijk niet deugt, bij gebrék aan
-grondslag, aan kern, aan principe. - ' :
Het is noodzakelijk, dat het examen verzwaard en ver degel ijkt worde.
• Noodzakelijk zou het zelfs zijn, dat volmakingscursussen werden ingesteld
met praktische lessen en loepende over sociaal-paedagogische onderwerpen.
Alleen wanneer den bibliothekarissen zal . werden aangetoond wat de moge-
lijkheden, alias wat de grenzen zijn, van hun bibliotheek, want deze laatste
bestaan wel degelijk (ei kan van een onbeperkte.mogelijkheid alléén sjma e
zijn voor het heele complex van bibliotheken) dan zullen zij klaar zien in
de toestanden. Dan ligt de weg vanzelf voor ons open. De vraag mag rond-
uit worden gesteld: hoevelen hebben besef van de-positie van hun inste mg
■ en zullen kunnen begrijpen, dat het werk dat zij doen, .oók anders kan ver-
richt worden, met minder onbeloonde inspanning, met meer eenstemmigheid
met meer waarborgen voor korrektheid in het teeken .van wederzqdsch
dienstbetoon, met minder persoonlijk geliefhebber, dat hun bibliothee geen
27 |