146 Over de overtuiging van het verftand, ae opgeftoten, dan is buiten de verklar ve „ en de aanmerking, zij zoodanig moet worden ; ni meer nood plaatfen vindt men velen in den Bi onze en in Z uitmui Em UW TCSLCNOOT U CTEETE, gare werpt het van u (*), om daardoor zen, dat wij dien de nood het vorder Es liever van ’t g het dierbaarfte is moeten onthouden, dan gevaar loopen, van te | Ligt echter de ben. meet gij betoos ilt in het getuigenis, of den tekst, niet ZOO duidee lijk opeen: qe zij aanftonds in het oog valt, dan moet dezelve ontwikkeld of opgehelde TC worden, of, zoo zij er onmiddellijk uit volgt, dan de noodz akelijkheid van dit gevolg duidelijk worden aangetoond, HI, Overtuiging door de rede, Wanneer gij uwe fcholieren door hunne eigen ervaring, of het geloofwaardig getuigenis van anderen „ van de waarheid eener zaak 9 Á elke door de rede kan betoogd worden , rale niet, of niet zeker genoeg, kunt overtuigen, tracht hen daar- toe te brengen, dat zij de hed derzelve, en den grond, waarop zij rust, door hunne eigen rede ontdekken. Bij vele (tellingen is hiertoe al- leen noodig , dat gij dezelve aan de kinderen klaar en duidelijk voorftelt, omdat hun dan de ae aanftonds zoo zeer in het oog valt, dat zij zich dezelve nlet anders dan waar kun- nen voorftellen. Van dezen aard zijn de ftellin- gen: C*) Matth. Vs 298