Two figures for Middelheim: gebogen figuur
Juan Muñoz liet zijn figuren traditiegetrouw gieten in brons. Ze zijn verwant aan menselijke figuren, maar de zeggingskracht van zijn beelden verschilt ingrijpend met die van Rodin en co. Het gaat bij Muñoz niet langer om een plastische vertaling van een lichaam in een tastbaar ding. Zijn figuren staan voor een bepaalde menselijke conditie: vervreemding, verstomming, een bijna autistisch gebrek aan communicatie, eenzaamheid. Muñoz ensceneert een theatrale situatie die doet denken aan het absurde toneelstuk Wachten op Godot van Samuel Beckett. Zijn Twee figuren wachten, net als vele van zijn andere bizarre poppen, op niets en hebben ook niets te verwachten. Terwijl moderne beeldhouwers als Rodin hun figuren zo levendig mogelijk willen maken, vestigt Muñoz net de aandacht op de bewegingsloosheid van een bronzen beeld. Zijn figuren hebben geen benen maar zitten gevangen in een keurslijf dat op een zak lijkt. Hun armen hangen er levenloos bij als de ledematen van een lappenpop. Ook de kale schedels dragen bij tot hun ontmenselijking. Muñoz ontneemt zijn figuren al bij voorbaat de illusie van beweging, zicht en spraak. En alsof die situatie nog niet tragisch genoeg is, plaatst hij zijn beelden nog eens onbereikbaar hoog in een boom en scheidt hij hen door een bospad. De kloof is onoverbrugbaar. En achter die kloof kijkt het publiek machteloos toe.