Full text |
Beeroo’s Lyriek. — Mercurius, Ant-
werpen.
Op gemeen papier, met kleine letter
die zeer doét 'aan het oog, een bloem-
lezing nit de werken van de onsterfelike
schutterliedj eszanger, verzameld en in-
geleid door Marnix Gijsen. Een bloem-
lezing samengesteld door een flrtiest, die
de brui geeft van alle filoiogiese spits-
vondigheden. Op de Inleiding werd
reeds in « Vlaanderen » en « De Nieuwe
Eeuw » kritiek gevoerd. Het is een fraai
stuk proza dat nevens de mooie studie
van M. Gijsen over K. Van de Woestijne
mag staan, en doet betreuren dat de
dichter van de Loflitanie zich uit het
literair leven heeft teruggetrokken. Gods
wegen ontraadselt niemand ! W. M.
Karel van den Oever. — Het open Luik
(De Sikkel, Antwerpen).
P. Van der Meer de Walcheren heeft
dit boek genoemd : het sterkste moderne
werk van een katholiek dichter. Zijn
entoesiasme mogen velen overdreven
achten. Maar het staat vast dat dit
eigenaardig werk zijn weg zal vinden.
Men noemt deze poezie bij ons : eks-
pressionisme. Literair eksperiment of
diepe noodzakelikheid ? Van den Oever’s
vers is koud, mathematies cerebraal.
Maar wat doet u met de brandende
onrust, de vurige foltering van deze
man van Geloof, die overal aanwezig
zijn in deze poezie? God, de duivel,
de dood : deze driehoek omschrijft met
strakke lijnen van den Oever’s Poezie
die er een is van veel geestelike strijd
en schaarse, strenge schoonheid.
W. M.
Kakel Elebaers. — Vroomheid, vreugde,
vrede. Drie geestelijke voordrachten,
gehouden voor de leden van het Ant-
werps Davidsfonds in de Sint-Jacobs-
kerk op 29-30-31 October 1922. Brussel,
Albert Devait.
Niet slechts al horende, ook al lezende
komt men onder de indruk J van dit
bekorende, gelouterde woord. Hoe een-
voudig ook, geen preken voor de grote
massa; daarvoor is hun geestelijkheid te
verheven. Hét boekje is lief uitgegeven;
moee het in vele handen komen.
D. P.
Lode Monteyne. — « Het. schoone Avon-
tuur. »
L. M. is vooral knap, ook H. S. A. is
weer behendig gedaan. Het boeit : er zit
beweging in verhaal en karakterontleding,
de suggestieve beschrijving, de natuur-
lijke dialoog, de verzorgde vorm im-
poneeren. Maar we, wenschten meer
ontroering en passie-atmösfeer, dieper
innerlijkheid, intensiever weergave. De
crisis is meer critisch ontleed dan levens-
war gegeven en in den nat koelen stijl is
niet overal overeenkomst tusschen inhoud
en vorm bereikt. J-I'v
Jozef Buerbaum. — Keldermondver-
tellingen, 3e uitg., S. V< Leeslust,
Antwerpen.
Voor vijftig jaar kon men, bij Zomer-
avond, de Antwerpsche volksjongens
zien op den keldermond der huizen
neergezeten, vertellend een heele boel
griezelige histories. Een groot deel daar-
van heeft Buerbaum onthouden uit zijn
vlegeljaren en vertelt ze na, kleurig en
pittig, in de onbeschaamde taal van
achtienjarige rakkers. Geen. literatuur.
Sappige volksverhalen. Tevens een stuk
folklore en een proeve Antwerpsche
geestigheid uit vroeger tijden. K. E.
Index du Batiment. — 1923. Anvers,
D. De Vos- van Kleef.
De nieuwe uitgave van het bekende
jaarboek, waarin de vakman de adressen
van alle Belgische architekten vindt
naast een kleine encyelopaedie van het
bouwvak en talrijke aankondigingen uit
de bouwwereld. Een flink boekdeel dat
in vakbibliotheken op zijn plaats zal zijn.
M. N. |