26) Bij de Waarzegster. Te Melsele was er bij een horlogemaker gestolen. De man trok naar Antwerpen, bij de waarzegster, op de Ossenmarkt, en kreeg er den dief in een spiegel te zien. Maar als hij ’s nachts thuis- kwam was er bij hem, in zijn woning, een verschrikkelijk geraas, een sleepen van kettingen, een huilen en tieren. De man kon van heel den nacht niet spelt En elken nacht herbegon dat spel. Toen trok hij weer naar de stad en ging te biechten bij een ouden, bruinen pater. Deze was uiterst keda toen hij hoorde, dat zijn biechteling bij een waarzegster was geweest — « Ik zal u ditmaal die zonde vergeven, » zeide hij, « maar zij is zoo groot, dat ze slechts éénmaal in ’t leven van den mensch kan vergeven worden. Als ge nu nog eens naar de waarzegster gaat, kan niemand, zelfs niet de Paus van Rome, u dk vergiffenis schenken. De horlogemaker keerde weer naar huis, en nu was alle nachtelijk lawaai verdwenen. (Melsele) . k. Vlaamsche Sagen, nr 118. (Opgeschreven door Ad. Verbraeken -Waas). 27) Gestolen Goed. Te Zwijndrecht was het paard van een boer gestolen. De man trok naar Antwerpen, bij een waarzegster van de Ossenmarkt. Het wijf deed hem neerzitten, maar verbood hem om te kijken, « want anders, » zei ze, « zou de duivel hem den nek breken ! » Toen plaatste zij vóór hem een spiegel en deed daarin het paard verschijnen met den man, die het gestolen had. Het was juist hetzelfde paard, en de man, die het leidde, was hem goed be- kend : het was een paardeknecht uit de buurt. (Zwijndrecht). A. De Cock. Vlaamsche Sagen, nr 120. (Opgeschreven door Ad. Verbraeken uit St. Gillis-Waas). Q ô 9 0 9% 5 8 Ô geo, oee 8 8 8 ©, d ö 8 do, oo Vood 9, oÖ ooo’