Wij ontvingen een nr. van Bibliologia, revue régionale de documentation, 188bis, rue Solférine, Rijsel. Op het omslag prijkt een klauwende Vlaamse Leeuw. Het tijdschrift wil universeel voorlichtend zijn, maar toch vooral «les productions intellectuelles de notre voisine la Belgique” leren kennen en ijveren voor literaire, artistieke en ekonomiese desentralisatie, op zulke wijze dat bijv. de regionale kun- stenaars en schrijvers zich zullen kunnen laten gelden zonder tot Parijs hun toe- vlucht te moeten nemen. Literatuur: In De Stem (Nov.) schrijft Urbain van de Voorde over de eeuwige lyriek, om zijn landgenoot, Mussche te woord te staan die hem verweet niet mo- dern genoeg te zijn. Dirk Coster heeft een lang artikel over Wies Moens (Een stem uit het Jonge Vlaanderen). Den Gulden Winckel brengt stuk van de hoofdopsteller over de tans in Nederland zo populaire Jo van Ammers- Kuller. Het Getij kondigt tegen 1923 een reeks nieuwe rubrieken aan, waaronder een van Wies Moens over kunst en kultuur in het jonge Vlaanderen. Naar aanleiding van Maurits Lambrechts Lino's schrijft Het Getij: « Als er een land is dat na de oorlog zich — op kunstgebied — heeft weten te herstellen en tevens te verster- ken, dan is het Vlaanderen. Dit alles is temeer opmerkelik daer juist dat land een voortdurende strijd heeft te voeren ter handhaving van een eigen taal. Hier blijkt te duideliker hoe strijdaktiviteit baart. Het kunstzinnig Vlaanderen“— en het kunst- zinnig Holland — vaart er wel bij. Het Overzicht heeft woord gehou- den en komt voor November met een zeer gevuld nummer af. Paul Collaer schrijft over de moderne Vlaamse Toonkunst, welk opstel door muziekbijlagen van Lode Vets en E. L. T. Mesens gevolgd wordt. Buitenland: La Revue de Genève deelt een opstel over het Fascisme mede van À. Zerboglio, een luitenant van Mus- solini. Blijkens een « remarque ® schijnt de een Tijdschriften redaktie zich aan de zijde van deze on- dernemenden te scharen. Als vreemde gast in de Nouvelle Revue Francaise treedt ditmaal Anton Tchékhov op een verhaal van hem (« Volodier ) en een stuk óver hem van Boris de Schlcezer. De Mercure de France van | Nov. bevat een artikel van S. Posener over l'école unique en Russie so- viétique. Op 15 Nov. vinden we in dit ts. een intekenlijst voor een op het kerkhof van Bourg-la-Reine aan Léon Bloy op te richten monument. In Le Monde Nouveau van 15 Nov. schrijft Blumenfeld over le théâtre Yidisch. In Ons Volk van 19 Nov. schrijft dr. E. M. over Rousselare en een jonge Runst- schilder : aardige beschrijving van het le- ven ineen Zuid-Vlaams stadje. Ceecilia deelt mede wat de muziekhistoricus Fried- länder over het Wilhelmus te vertellen weet. Het hier nog niet besproken katholiek Nederlands weekblad Opgang (Heeren- gracht, 246, Amsterdam) munt uit door druk en illustratie minstens zozeer als door een lezenswaarde inhoud. De zichten uit Brugge in nrs 89 en 90 behoren tot de mooiste die we kennen. Aan pedagogiese lektuur brengt Mon: tessori Opvoeding van 18 Nov. ons een opstel over de opvoedende waarde van het materiaal. Het Tijdschrift voor R. K. ouders en opvoeders waarschuwt te- gen te veel en verkeerde lektuur voor de jeugd. Twee nieuwe tijdschriften : 7 Arts (Brussel, Boulevard Leopold ID, een modernisties weekblad onder redaktie van Pierre en Victor Bourgeois, Pierre Flouquet, Georges Monnier en Karel Maes die reeds in een paar Vlaamsetijdschriften publiseerde. Bijdragen tot de Geschiedenis e eigenlik de voortzetting (14° jg.) van de vroeger door P.J. Goetschalckx uitgegeven « Bijdragen ”, nu onder redaktie van P. J. Goetschalckx en Floris Prims (Ploegstraat, 23, Antwerpen). 327