BIBLIOTHEEKGIDS REDACTIESECRETARIS : E. WILLEKENS, MINDERBROEDERSRUI 27A, ANTWERPEN Abonnementsprijs : 110 F per jaâr - Voor Nederland ƒ 10 1 Afzonderlijke nummers 20 F BEHEER : UITGEVERIJ DE SIKKEL N.V., LAMORINIERESTRAAT 116, ANTWERPEN Jg. XXXVI W- Nr. 1 JANUARI-FEBRUARI I960 NAAR DE OPLOSSING ! 1. INLEIDING Het valt moeilijk de gevoelens juist te. omschrijven, die ons bewegen nu het er op aankomt — niet enkel voor onszelf, maar ook voor alle insiders E onder woorden te brengen, datgene wat gezegd móet worden naar aanleiding van de publicatie van de artikelenreeks Bibliotheeknood in Vlaanderen in De Standaard van 12-19 januari I960 door Jos Dupré. Zijn wij opgetogen ? Verheugd ? Ontgoocheld ? Hoopvol gestemd ? Sceptisch ? Of schudden wij het hoofd en spreken het „mane thekel upharsin” uit ; voelen wij ons vereerd en/of gegriefd ? Of weten wij er dan geen raad mee ? Laat ons alvast trachten te reageren, zodat er nog niet meer stukken gemaakt worden en zó dat de positieve elementen, die de serie bevat, in eerste instantie voor allen beklemtoond blijven, voor in- en outsiders. Het gaat dan om dagbladartikelen van een op dienen belust buitenstaander, die, aangegrepen door „de nood” in ons land, en behorende tot de moderne generatie mede op middelen zint om, cultureel, veel van het verleden wenst te vergeten, en zich wagen wil aan een probleem, dat nu precies niet in de gunst van de openbare en de officiële wereld staat. Wij zeggen het wel „journalistieke poging” tot „synthese” door een „outsider” en bedoelen daarmede niets verkeerds of vernederends hoegenaamd. Wij bepalen enkel de grenzen, waarbinnen de bewijsvoering zich per definitie beweegt. En nu is het een feit, dat de hele bibliotheekwereld in België in de ronde ronddoolt ; dat zo waar heel veel insiders, bij gemis aan kennis van de vakliteratuur, niet weten waar zij aan toe zijn, vooral omdat quasi niemand — laat ons de zaken zeggen zoals ze zijn — de verschijnselen tracht te verklaren uit de genesis der dingen. Wie zich al eens laat gaan om de kritiek te maken van een toestand, een fragment van een geheel dan nog, oordeelt steeds naar de maatstaf van één ogenblik, van het heden, zeker dan als men pas nu verschijnt. Maar wij hebben het beleefd, dat wij, na 1945 tijdens een officiële commissiezitting, een algemene bibliotheekspolitiek (op het stuk van de openbare) zouden vastleggen. Na een losse bespreking brachten wij een geschiedenis voor van onze bibliotheektoestanden en -verhoudingen over 19e en 20e eeuw heen. Het verrassende resultaat was, 'dat de commissie nooit meer vergaderde met het probleem aan de orde ! Kortsluiting. Waarom vertrekken wij met deze premisse, en halen wij deze koe uit de gracht ? Om te onderstrepen, dat wij wel niemand het recht zullen ontzeggen zich te mengen in onze zaken, zo blij als we zijn, dat al ten minste iemand belangstelling toont, waarbij wij graag erkennen meteen, dat De Standaard in het jongste verleden 1 nog al eens de kolom- men vrij gaf om te beproeven de klok te luiden. Maar meteen geven wij ter overweging, 1 Oktober 1958. 1