Full text |
aan,gemaakt wordt, maar de aanpak is pragmatisch. De
fier verplichte velden (soort entiteit, geautoriseerde, naam,
bestaansperiodc en identificatiecode) worden uiteraard
opgenomen. Verder wordt er een keuze gemaakt: enkele
velden worden niet gebruikt, andere worden automatisch
ingevuld met standaardwaarden en andere /rijn dan weer
optioneel. Er kunnen alleen relaties gelegd worden met
andere iSAAR-fiches, zodat alleen beschrijvingen opge-
nomen z||en worden die relevantzifri voor de instelling.
Vanneste steiae vragen bij de keuze van de geautoriseerde
ïgpamzDi» is niet evident in een omgeving waarin namen
snel veranderen en niet altijd betekenisvel zijn. Kies je voor
het oubollige, nietszeggende '3de buret#, of voor het
huidige hippe en misschien al even weinig betekenisvolle
'Lerende Stad'? Of dan toch maar een zelf gefabriceerde
naam zoals 'Dienst Onderwijs ?
kan in een grote toegang op het internet samengebracf
worden. Uit Nederlands onderzoek, zei Erika Hokko, i:
gebleken dat jongeren informatie van het internet voetst
aannemen. Daaruit concludeerde zij dat het belangrijk
dat officiële instanties, zoals het archiefwezen, daar ac
2ig zijn met kwaliteitsvolle informatie.
Aan het eind van de dag bleek zo dat we mét deze N
landse vertaling van de tweede editie nog maar aan h
begin* van het verhaal staan. De norm zelf kan nog ver
uitgewerkt worden en er is zeker nood aan een degeli
■ uiivoerformaat. Binnen archiefinstellingen zal het nut vc
norm maar blijken als hij effectief geïmplementeerd wc
samenwerking is wenselijk, maar Misschien niet zo eer
voudig te realiseren. In elk geval is met deze vertaling
deaeliik fundament gelegd. Aan de slag!
Een archivistische geautoriseerde beschrijving maakt hef
dus mogelijk om gegevens over archiefvormers uniform
en gecontroleerd in te voeren in het eigen systeem, of dat
Agrippa, Odis of cFLORIS heet. Het wordt pas echt inieres
sant als deze gecontroleerde beschrijvingen ook. tussen
de verschillende systemen uitgewisseld kunnen worden.
Daarvoor is een uitvoersysieem nodig. Dat is de rol die
Encoded Archiva! Context (EAC) zou moeten spelen. EAC,
zo legde Ivo Zandhuis uit, is een XML-schema voor gege-
vens gestructureerd volgens de iSAAR-norm. EAC is echter
nog niet afgewerkt. Op de studiedag werd niet helemaal
duidelijk of dat nu een voor- of een nadeel is. Het huidige
ontwerp van EAC stemt immers niet volledig overeen met de
tweede editie van. ISAAR(CPF). Aanpassingen zijn dus nog
wenselijk. De nood aan een uitwisselingsformaat is groot,
nu ISAAR volop geïmplementeerd wordt. Helaas lijken de
ontwikkelingen rond EAC stilgevallen te zijn.
Met aeze wat sombere vaststelling waren we aan het einde
van de studiedag gekomen, lijd dus voor dé overhandiging
van het eerste exemplaar van de vertaling en wat toelichting
bij die vertaling.
In de discussie achteraf doken verschillende thema s op.
Zo stelde discussieleider Patrick Temmerman de vraag hoe
instellingen met beperkte middelen een dergelijke complexe
en gedetailleerde norm kunnen implementeren. Vanuit de
praktijk van digitale ontsluiting van archieven is er gewoon
nood aan eemdergelijjkethormV vonden Willem Vanneste en
Peter Hêyrman. Is de nood aan samenwerking wel groot
genoeg, vroeg Her.ny Van Sch.ie zich af vanuit de zaal. Te
meer daar de norpif nog heel wat vrijheid laat in de manier
waarop gegevens worden ingevoerd. Moeten er niet nog
meer afspraken gemaakt worden? Jan Corthouts stelde vast
dat er in de bibliotheekwereld veel meer in detail geregeld
is. Tegeli jkerti jd; gaf hij aai dat er methodes zijn om ieder
zijn eigen werkwijze te laten volgen en toch gegevens
samen te brengen in een gemeenschappelijke zoekom-
geving.. Dat ISAAR een belangrijke rol kan spelen in de
publieksgerichte ontsluiting, daarover bestond inderdaad
weinig onenigheid. Informatie uit verschillende databanken
iruno Vermeeren, beleidsmedewerker WBAD
jrunö. vermeeren@wbad. be HJHHjj
Vyt dénk aan Willem Vanneste en Stéphanie Waeye
bloten
J hftp://www.wbod.be/isoor.html
//www. wbod-hê/'isöd.html , - < • ■ d .y
1 Peter Heyrman: Contextuele apparaten & erfgoedontsluiting
ervaringen van het Odis-project, in: Bibliotheek-& archrergt
'(h(20@4t3;$i3ê©ër'
//at is de meerwaarde van een docurr
•atiedienst? Verslag van WBAD-works
\ntwerpen, 20 en 26 juni 2006
v
Mat antwoordt uw directeur op de vraag waarom er een d<
atiedienst is in zijn instelling? Wat kan hij antwoorden en v
lij antwoorden? Deze vragen stonden centraal op de VVB/
shop 'Wat is de meerwaarde vön een documentatiedienst?'
20 als 26 juni 2006 plaatshad en op 3 oktober herhaald “
Vraagsteller van: dienst was Infomcrc-adviseur Hanne
Smulders. Onder haar vakkundige leiding en.-met int
van de aanwezige documentalisten, werd maar een c
woord gezocht, flat het onderwérp bel, bfedk jiï|
uit dé rondvraag bij de start van de workshop. De m
deelnemers krijgen geregeld de. opdracht; "bewijs#
uwrdïfèlf^glig i's'V
En. dit nut is het haogst als de documentaire dienstve
nauw aansluit op de primcire werkprocessen waarb
nen\de informatie een rol moet spélen. Uiteraard rek
houdend met de heersende bedrijfscultuur, vandaar <
"one size fits ail" antwoord ónmogelijk te geven is. (
zijn er een aantal methodieken beschikbaar. De bek
rijkste is dé informatie-audit, een middel om de infori
behoeften te identificeren, te kwantificeren en te kop
aan ae doelen, van de organisatie. Vanuit de missie
< |