a
Seeen
aiaania
für die arbeitslosen,
in den Jahren 1885 bis 1899 geborenen,
in militärischer Kontrolle befindlichen
männlichen Belgier aus den Gemeinden
Antwerpen, Borgerhout und Berchem.
Seit Beginn des Krieges feiert ein sehr grosser Teil der
belgischen Arbeiter und lebt infolgedessen hauptsächlich
von öffentlichen Unterstützungen. Die lange Dauer dieses
Zustandes bringt als üble Folge Unterernährung und Ent-
wöhnung von der Arbeit mit sich und birgt auch Gefahren
für die öffentliche Sicherheit und Ruhe.
Obgleich viele in Betrieben, die für deutsche Rechnung
arbeiten, Beschäftigung und guten Verdienst gefunden haben
oder sich durch das Deutsche Industriebüro als freiwillige
Arbeiter in Deutschland anwerben liessen, ist doch die An-
zahl der hiesigen arbeitslosen männlichen Arbeiter noch
ausserordentlich gross.
Diese Arbeiter, die bisher jede Gelegenheit, Arbeit zu er-
halten, unbenutzt liessen, sollen nunmehr auf Anordnung
Sr. Exzellenz des Herrn General-Gouverneurs zur Arbeit her
angezogen werden, die Arbeitsunwilligen mit Zwang.
Dazu verordene ich folgendes:
1. Die bei den Meldeversammlungen in den Monaten Sep-
tember und Oktober d. J. im Meldeamt Antwerpen-Festung
als Arbeitslose festgestellten wehrfähigen männlichen Bel-
gier der Jahrgänge 1885 bis 1899 haben sich zu einer
Zeit, die jedem einzelnen noch durch einen besonderen
Gestellungsbefehl bekanntgegeben wird, im Hauptgebäude
des Südbahnhofes Äntwerpen einzufinden, wo sie nach
Aussonderung und Entlassung der Arbeitswilligen, Kranken
und Arbeitsunfähigen zu Transporten zusammengestellt
und nach Arbeitsstellen in Deutschland in Marsch gesetzt
werden.
Dem durch die Post zugesandten Gestellungsbefehl ist
pünktlich Folge zu leisten.
Dieser Gestellungsbefehl, der Personalausweis und die
Meldekarte sind mitzubringen.
2. Wer krank oder arbeitsunfähig ist wird einem Arzt vorge-
stellt, der über die Notwendigkeit der Entlassung wegen
Krankheit oder Arbeitsunfähigkeit urteilt.
3. Bei den Versammlungen sind Vertreter des Deutschen
Industriebüros gegenwärtig, die zur sofortigen Abschlies-
sung von Arbeitsverträgen bereit sind, sodass sich den
Arbeitswilligen eine letzte Gelegenheit zu freiwilliger Arbeit
in Deutschland gegen guten Lohn bietet.
4. Die nach der Aussonderung übrig bleibenden Arbeitslosen
werden sofort zur Arbeit gegen Lohn nach Deutschland
abtransportiert.
Für den etwaigen Abtransport wird empfohlen, sich mit dem Nötigsten
an Wäsche, Kleidern und sonstigen Bedarfsgegenständen für einen
Arbeitsaufenthalt in Deutschland zu versehen.
Die Fahrt geht nach Deutschland an einen Verteilungsort, wo die Arbeiter
an die deutschen Industriewerke, in denen sie beschäftigt werden sollen,
verteilt werden.
Als Kriegsgefangene werden sie nicht angesehen.
Vor und während des Transportes wird seitens der Militärverwaltung
für Verpflegung der Arbeiter gesorgt; Löffel und Gabel sind mitzubringen.
Sollte infolge des zwangsweisen Abschubes die vom Comité National
gewährte Unterstützung an die Familie des Abgeschobenen aufhören, so
wird sie durch die deutsche Verwaltung erfolgen, bis die Arbeiter in der
Lage sind, aus ihrem Arbeitsverdienst Geldzuwendungen an ihre Familien
zu schicken.
5. Die zu den Versammlungen im Südbahnhof einberufenen
Arbeitslosen haben dafür Sorge zu tragen, dass sie nicht
von ihren Angehörigen an den Versammlungsort begleitet
werden.
6. Wer der Aufforderung zum Erscheinen zu der für ihn an-
gesetzten Versammlung schuldhaft nicht nachkommt, wer
den Anordnungen der anwesenden Wachmannschaften
nicht Folge leistet oder die Ordnung in irgend einer Weise
stört, wird mit Gefängnis bis zu 6 Monaten und 5000 M
Geldstrafe oder einer von beiden Strafen bestraft.
Antwerpen, den 2. November 1916.
amt 19798 IV.
Der Gouverneur,
Freiherr von Huene
General der Infanterie.
voor de werkeloozen,
in de jaren 1885-1899 geboren,
onder militair kontrool staande
mannelijke Belgen uit de gemeenten
Antwerpen, Borgerhout en Berchem.
Sedert begin van den oorlog heeft een groot gedeelte van
de Belgische werklieden opgehouden met werken en leeft dus
hoofdzakelijk van openbare ondersteuningen. De lange duur
van dezen toestand brengt als kwade gevolgen onvoldoende
voeding en ontwenning van werken mede en brengt ook de
openbare veiligheid en kalmte in gevaar.
Ofschoon er velen in ondernemingen die voor Duitsche
rekening werken, werk en goed loon gevonden hebben, of
door het Duitsche Industriebureau als vrijwillige werklieden
voor Duitschland zich lieten aanwerven, is het getal der
alhier verblijvende werkelooze werklieden nog buitengewoon
groot.
Deze werklieden die tot nu toe iedere gelegenheid voor
verkrijgen van werk ongebruikt lieten, zullen nu op bevel
van Z. Excellentie den heer Gouverneur-Generaal tot werken
verplicht worden, in geval van weigering met dwang.
Daartoe bepaal ik hefgeen volgf:
1. De op de kontroolverzamelingen in de maanden September
en Oktober 1. 1. in het Meldeamt Antwerpen-Festung als
werkeloos vastgestelde weerplichtige mannelijke Belgen
der jaarklassen 1885-1899 moeten zich op een tijd die aan
iedereen nog door eene bijzondere ontbieding bekend ge-
maakt wordt, in het hoofdgebouw van de Zuiderstatie
Äntwerpen bevinden, waar zij naar uitzondering en vrij-
lating van degenen die gewild zijn te werken, die ziek en
onbekwaam voor werk zijn, in groepen samengesteld en
naar werkplaatsen in Duitschland vervoerd worden.
Aan de door de post toegezonden ontbieding moet stipt
gevolg gegeven worden.
Deze ontbieding, het eenzelvigheidsbewijs en de melde¬
kaart zijn mede te brengen.
Wie ziek of onbekwaam is tot werken zal aan een genees-
2.
kundige voorgesteld worden, die over de noodzakelijkheid
der vrijlating wegens ziekte of onbekwaamheid oordeelt.
3. Bij de verzamelingen zijn vertegenwoordigers van het Duitsche
Industriebureau aanwezig, die gereed zijn tot onmiddellijke
afsluiting van arbeidsverdragen, zoo dat er zich aan diegene
die gewild zijn te werken, nog eene laatste gelegenheid biedt
tot vrijwilligen arbeid in Duitschland tegen goed loon.
4. De na de uitzondering overblijvende werkeloozen zullen dade-
lijk voor werk tegen loon naar Duitschland vervoerd worden.
Voor een mogelijk vervoer wordt aanbevolen zich met het noodzakelijkste
aan linnengoed, kleederen en andere benoodigheden te voorzien voor
een verblijf in Duitschland.
De reis gaat naar eene verdeelingsplaats in Duitschland waar de werk-
lieden verdeeld worden aan Duitsche industrieele ondernemingen waarin
ze werken zullen.
Zij worden niet als Krijgsgevangenen beschouwd.
Vöör en gedurende de reis gelast zich het militaire bestuur met de
verzorging ; lepel en vork zijn mede te brengen.
In het geval dat door de gedwongen verzending de door het Nationaal
Komiteit toegestane ondersteuning aan de familie van den vervoerden
ophoudt, zal zij door het Duitsche bestuur geschieden tot dat de werk-
lieden in staat zijn van hun loon geld aan hunne families te zenden.
5. De voor de vergaderingen aan de Zuiderstatie bijeengeroepen
werkeloozen moeten er voor zorg dragen dat zij niet door
hunne verwanten vergezeld worden.
6. Wie aan de ontbieding tot verschijnen op de voor hem vast-
gestelde bijeenroeping door eigen schuld geen gevolg geeft,
de schikkingen van de aanwezige wachten niet nakomt of
de orde op de eene of de andere wijze stoort, zal met
hechtenis tot 6 maanden en 5000 M boet of met eene van
de twee straffen gestraft worden.
Antwerpen, den 2 November 1916.
Der Gouverneur,
Freiherr von Huene
General der Infanterie.