teitsbibliotheken zowel de produktiviteit (uitgedrukt in gecatalogiseerde titels per persoon per jaar) kan vermeerderen als de kosten voor het aanvullen van de kaart- catalogus kunnen verminderen. Het Noors netwerksysteem BIBSYS wordt voorgesteld door Ingeborg T. Solvberg (“Library automation and end user productivity"). Momenteel maken 5 biblio- theken deel uit van het BIBSYS-netwerk. Alhoewel de kostprijzen voor gebruik van het on-Une systeem nauwkeurig bekend zijn, is het niet mogelijk de financiële voordelen in vergelijking met een manueel systeem te bepalen, omdat de automatisering andere werkmethoden creëert. Volgens de bibliothecarissen is door de automatisering de dienstverlening verbeterd en het volume inzake uitleen en bibliothécaire ruil verhoogd, en dit met een ongewijzigde personeelsbezetting. De auteur ziet de huidige toepassing als een stap in de richting naar de bibliotheek van de toekomst, waarin centrale tekst databanken zullen verbonden zijn met on- line catalogi. De Deense bijdrage (Morten Hein, “Costs and benefits in library automation : experience and lack of experience from Danish libraries”) geeft beschouwingen bij een systeem dat momenteel in ontwikkeling is. De auteur gelooft dat de auto- matisering een betere bibliotheek zal opleveren en meent dat de eenheidsverwer- kingsprijs zal dalen. Tot zover de weergave van de artikelen i.v.m. bibliotheeknetwerken. De auteurs ervan lijken het erover eens dat bibliotheekautomatisering een betere dienstverle- ning aan de gebruiker geeft en leidt tot een hoger verwerkingsvolume. Werkelijke kostenbesparingen treden slechts op in geval van zeer grote netwerken, zoals OCLC. Bij kleinere netwerken liggen de investeringskosten hoog, maar men werkt in het besef dat men gebruik maakt van de technologische vooruitgang en dat men de gebruikers hiervan laat profiteren. Een aantal andere artikelen hebben te maken met alzonderlijke fasen in de bibliotheekwerkzaamheden. Richard Coward (“REMARC : some comments on catalogue conversion and productivity”) behandelt de problematiek van retro- spectieve catalografie door gebruik te maken van het REMARC-bestand. Dit be- stand zal 5,2 miljoen beschrijvingen omvatten waarvan minder dan 50% in het Engels. Volgens Coward zal elke bibliotheek die de weg van de automatisering is opgegaan verplicht zijn haar volledige catalogus on-Une beschikbaar te stellen. Tot dusver was dit, zelfs voor grote taalgebieden, een onmogelijke zaak. Het retro- spectieve MARC-bestand enerzijds en een goedkope minicomputer anderzijds moeten de mogelijkheid bieden om deze conversie zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. Deze Proceedings bevatten verder nog artikels i.v.m. thesaurusopbouw en - consultatie (E. Kohl, “Improving thesaurus control by automation : the PROTOS system of the Deutsche Bundestag and the Polianthes thesaurus”) en i.v.m. on-Une opzoekingen in de Science Citation Index-databank (Eugene Garfield, “On-line retrieval in the transition from bibliographie to encyclopedie information”). Het gemeenschappeüjke in beide artikelen is, dat verwijzingen, zowel op het gebied van thesauri als van citaten, gemakkelijk door de computer kunnen beheerd worden en dat de gebruiker zijn informatie op het scherm beschikbaar krijgt. Armand de Kemp (“Management and control in sériais work") behandelt het 124 / Bibliotheekgids — Jg. 59 — Nr. 2 — 1983