Full text |
ANTWERPSCHE
Dijnsdaeghsche Post-Tijdinge
Den. 7. December 1700. No. 98.
WEENEN, den 24. November.
&
Aegelijckk worden ten
Hove over het af-ster-
ven van den Coninck
van Spagnien Conferen-
gg tien van Staet ghehou¬
den; ende al-hoe-wel
men tot noch toe van dese Doodt di-
rectelijck geene Advysen van het Spaens
Hoff en heeft, ende dat den Ambassa-
deur van Spagnien dese tijdinghe noch
niet ( volgens gebruyck) en heeft geno-
tificeert, soo verschijnen echter het mee-
sten-deel van de Cavalliers van dit Hoff
reets in het swart. Onder-tusschen heeft
sijne Keyserlijcke Majesteyt, als voor-
siende dat dit ongeluckigh geval door
geheel Europa nieuwe Oorloghs troube¬
len soude connen veroorsaecken, geor-
donneert dat alle sijne Militie ten eer-
sten moet wesen gerecruteert, ende doet
alle voordere voor-sorgen maecken om
waer te nemen den intrest van het door-
luchtighste Huys van Oastenrijck, ten
opsichte van de Successie van het Rijck
van Spagnien; uyt het welck wy met
verlangen directelijck eenen Expressen
verwachten, om van alles pertinente no¬
titie te moghen hebben, principaelijck
van het ghene naer de Doodt van sijne
Catholiecke Majesteyt soude mogen we¬
sen voor-gevallen.
WEENEN, den 24. November.
Van Esseck , wort geschreven, dat in
die Stadt alles tot de receptie van den
Turckschen Ambassadeur, die gisteren
aldaer stondt te arriveren , geprepareert
was : Oock sijn desen morgent per Ex-
pressen Brieven van onsen Ambassadeur
den Grave van Ottinghen in-ghecomen
meldende , dat sijne Excellentie heden
tot Belgrado hoopte te wesen ; soo dat-
men nu haest van de Uyt-wisselinge van
beyde de Ambassadeurs jets te vernemen
sal hebben. Het Tumiit ofte Opstant
te Constantinopelen , waer van per voor-
gaenden ordinario gemelt is , schijnt te
continueren, ende dat den selven door
eenige Christenen ende het Gepeupel,
die over den lest gemaeckten Vrede niet
den Duytschen Keyser niet content en
is: soude veroorsaeckt wesen.
COPPENHAEGE , den 27. November-
Naer dat den Franschen Ambasladeur
eergisteren eene seer lange Audientie by
den Coninck hadde gehadt, sondt sijne
Majesteyt aen den geheymen Raedt van
Jessen Ordre sich op het spoedighste als
Ambassadeur van dese Croon naer Wee-
nen te begeven.
BERLIN, den 27. November.
Vermits men eyndelijjck eergisteren
de aengenaeme tijdinge gecregen heeft,
dat onsen Keurvorst door sijne Keyser-
lijcke Majesteyt tot Coninck van Pruys-
sen, Wenden &c. verclaert, ende her-
kent is , soo wordt tot de Reys naer
Coninckxbergen (alwaer de Crooninge
sal geschieden) alles ghereet ghemaeckt;
den Keurvorst vertreckt den 7. Decem-
ber, ende de Guardes eenighe daeghen
vroeger. De Doodt van den Coninck
|