Full text |
I
Knibbs, H. H.: Temescal, 306 blz. - Brussel,
Uitgeverij «De Wilde Roos», 1930 fr. 20,-
Een geschiedenis van roekelooze, dolle
avonturen tijdens een der menigvuldige Me-
xicaansche revoluties, van strijd op leven en
dood om net meesterschap, over den staat,
eenerzij ds.. . over een vrouwenhart, ander-
zijds. Een roman waarin men veel waarheid
vermoedt betreffende de toestanden in
Mexico en het karakter der Mexicanen.
Het werd een avonturen roman die, tevens
Om zijn verzorgde stijl, welke'gelukkig ook
in de vertaling tot zijn recht komt, bijzon-
der kan aanbevolen worden.
KnoX, Ronald, A.: De drie Kraantjes, vert.
Teo de Witte, 261 blz. Tilburg, Het Neder-
landsche Boekhuis, ing. fl. 1,25; geb. 1,75
Men vindt een ouden heer gestikt in zijn
kamer, een kamer met drie gaskraantjes,
vlak nadat hij een levensverzekering heeft,
afgesloten. Zelfmoord ? Ongeluk 3 Moord 3
Wie is dan de dader3 Hei wordt een hard-
- nekkigen strijd tusschen den vertegenwoor-
diger der verzekeringsmaatschappij en de po-
litie.
Met fijnen spot verhaalt de schrijver van
dien strijd met zijn talrijke misslagen langs
beide kanten.
Een speurdersroman van eerste gehalte.
Knuvelder, Gérard: Het rampjaar 1830.
136 blz. - Hilversum, P. Brand, 1930.
f.1 '2,50
De jonge katholieke strijder (geb. 1902),
beeft met zijn boek . «Vanuit Wingewesten^
de aandacht gevestigd op de geestelijke
en maatschappelijke toestanden der zuider-
provinciën van Nederland. Een even groo-
te strijdlust spreekt uit zijn jongste werk.
Men zal zijn werk hartstochtelijk bijvallen
en hartstochtelijk bestrijden, meent Anton
van Duinkerken, maar niemand zal het met
onverschilligheid lezen.
De katholieke publicist heeft zijn studie
aangevuld met een opstel waarin hij het his-
torisch werk van Dr P. Geyl en de studie
van Verhoeven over Gezelle behandelt.
Kuypers, Julien: Jacob Kats, agitator, 248
blz. Brussel, De Wilde Roos ,ly30
fr . 22,50
Dit kleine boek is wel een van de belang-
rijkste, die sedert den oorlog in Vlaande-
ren verschenen zijn. Er wordt dikwijls ge-
sproken over een nobdzakelijk tijdschrift of
jaarboek voor de geschiedenis van Vlaan-
deren en de Vlaamsche beweging, meestal
met veel te omvangrijke bedoelingen. Onder-
tusschen is hier alvast een werk van groo-
te waarde, dat ons eën blik gunt in het
sociale leven van Vlaamsch België na de re-
volutie en in den geestestoestand van den
Vlaamschen arbeider.
En hoe boeiend is dit leven van een zui-
veren-man-uit-het-volk, een autodidact die al
zijn krachten veil heeft gehad voor zijn
socialistische ideeën, die er in slaagt jaren
lang te Brussel een volksbeweging gaande te
houden, die heel wat schrik inboezemt aan
regeering en reactie, die op rijperen leeftijd
tot het inzicht komt dat eerst en vooral
via een welbegrepen Vlaamsche beweging
het volk ontwikkeld moet worden, wil het
voor zijn sociale rechten kunnen opkomen.
Hij gaat zich dan uitsluitend a ah het too-
neel wijden. Van 1853 af mag hij beschikken
over den Parkschouwburg en sticht er zijn
«Tooneel der Volksbeschaving», maar het
wordt een gesukkel en in ’59 moet hij de
plaats ruimen voor den Franschman Delvie,
Benoit was er zijn orkestmeester geweest!
Wij hooren hem in ’49 te Gent opkomen
voor het opheffen van alle tolbelemmeringen
voor Nederlandsche boeken en tijdschriften,
en voor het oprichten van kostelooze biblio-
theken. Wij volgen hem in zijn omgang met
Jottrand, De Pottes, Gendebien, die hier
vaak in een nieuw licht verschijnen, met
Karl Marx die te Brussel journalist was, met
de Char List en in Engeland. W^ij zien er hoe
doelbewust en snel de verfransching te Brus-
- sel fgj zicb grijpt. En door dit alles heen
volgen we met ontroering den levensdraad
van den beminnelijken, hoogstaanden ma'n,
van zijn vrouw, van zijn begaafde kinderen.
Laten onze bibliothecarissen dit boek spoe-
dig- kooperi.^
Latzko, Andréas: Zeven Dagen - vert. Alice
van Nahuys, 478 blz. - Amsterdam, N. V.
Em. Querido’s U. M., 1930.
ingen. fl. 4,25; geb. fl. 4,90
Twee - mannen, in hun prilste jeugd speel-
kameraadjes, maar door de jaren en door
misverstanden vervreemd, ontmoeten elkan-
der onverwacht als verbitterde tegenstan-
ders. Vertegenwoordigers van twee verschil-
lende levensopvattingen, leidt die ontmoeting
tot een noodlottige botsing.
Het gegeven, de klassenstrijd, door Latzko
°P merkwaardig kiesche wijze behandeld,
gèeft hem gelegenheid objectief de verschil-
lende zienswijzen der vijandige kampen met
hun specifieke schakeeringen, te doen ken-
nen. In de drie deelen: Het Geld, de Hand,
Het Hoofd, weet hij het groote Berlijn voor
te spiegelen met zijn prachtige hotels en el-
lendige woonkrotten, villaparken en nauwe
stegen, waar als in een heksenketel, genot-
jach?"en strijd om het bestaan, vreugde en
leed om beurten opborrelen.
I34 |