Full text |
GEEST EN STRUCTUUR DER SOCIALISTISCHE
PARTIJ VAN MORGEN
Evenzeer als de democratie van morgen, indien ze
door het bewuste, denkende deel der menschheid wil
aanvaard worden, zich zal moeten ontdoen van alle ge-
breken, die haar prestige gefnuikt hadden, evenzeer zal
de nieuwe partij met een mooier gelaat uit het louterings-
proces dezer tijden van vervolging moeten te voorschijn
komen.
De nieuwe socialistische partij zal (is het noodig er den
nadruk op te leggen ?) democratisch zijn.
Democratisch wat haar wereldbeschouwing betreft, de-
mocratisch in haar eigen organisatievormen.
Dit wordt door geen enkel socialist, dien naam waar-
dig, betwist.
Heel wat minder onaanvechtbaar is echter de voor-
oorlogsche opvatting van massa-partij en leden, omdat
juist die opvatting, hoewel men op het eerste zicht het
tegenovergestelde zou vermoeden, een werkelijk-demo-
cratisch partijapparaat onmogelijk maakte.
Wie hoort nu eigenlijk thuis in een politieke partij ?
Vóór 10 Mei, zou men zonder aarzelen geantwoord heb-
ben : « Al diegenen, die met haar politiek programma
instemmen ».
Dit antwoord kan ons niet meer tevreden stellen.
De partij moet inderdaad open staan voor elke man,
voor elke vrouw, die het socialisme tot hun ideaal ma-
ken. Ze Zijn echter voor den dagelijkschen strijd alleen
te gebruiken, indien ze bereid zijn dit ideaal te dienen
(en dus te offeren). Anders kunnen ze net zoo goed zon-
der partijkaart in een paar warme pantoffels bij het
haardvuur blijven zitten en zich in niets onderscheiden
van „het apathische gedeelte der menschheid, dat ietwat
oneerbiedig « kiesvee » genoemd wordt.
Deze beperkende bepaling «bereid dit ideaal te die-
men » die we als voerwaarde voor het lidmaatschap willen
stellen, sluit onmiddellijk een heele reeks menschen uit,
die niet tot de gepredisponeerde individuen behooren,
d. h. die wel sympathie voor het socialisme koesteren, en
miet den drang in zich gewaar worden dit eenigzins lauwe
gevoel in daden om te zetten.
De socialistische partij van morgen zou derhalve in
haar schoot opnemen alle offerbereide mannen en vrou-
wen, die bij hun vrijwillige toetreding de- verplichting
aangaan om het even welke door de partij opgedragen
taak stipt uit te voeren.
We zouden dus het woord « partijlid » rehabiliteeren
en het zijn zuiversten klank geven.
Een partij, die uit dergelijke getrouwen bestond, zou
waarschijnlijk niet met naïeven trots op 600.000 « leden »
kunnen wijzen, maar zou, en daar komt het per slot van
rekening op neer, kunnen rekenen op enkele tienduizen-
den dapperen, die schouder aan schouder, en steeds be-
reid, alles voor hun organisatie veil hebben.
Niets belet trouwens dat voor de minder offervaardige
individuen een speciale categorie « steunende leden » zou
opgericht worden, steunende leden die echter door het
betalen van hun contributie geld niet het recht zouden
krijgen zich uit te spreken over het. beleid, het pro-
gramma of de tactiek der partij.
Indien deze organisatievorm aanvaard werd zou het
« regeeren » der socialistische beweging oneindig gemak-
kelijker vallen. Het zou inderdaad mogelijk worden op
een minimum van tid den polsader der partij te voelen,
daar de leden steeds op het eerste appel present zouden
zijn.
Ook zouden alle begrippen omtrent kader en massa hun
vroegere beteekenis verliezen. Terwijl in de oude partij
het kader gevormd werd door functionarissen, die den
scepter zwaaiden over een in los verband georganiseerde
meenigte, waarvan nauwelijks tien procent actief was,
zou thans tusschen de massa en’ de leiding een legertje
van militanten komen te staan, dat de ontstane kloof zou
overbruggen.
Het organiseeren van een partij met dergelijke leden
is geen utopie. Ons vertrouwen in den doorsnee basis-
militant is ongeschokt gebleven, ja, werd zelfs door de
huidige gebeurtenissen versterkt. :
Morgen zal men hem de taak moeten toestaan, die hij
nooit had mogen verliezen : de propagandist der socia-
listische ideeën naar buiten en het lid der democratische
partijgemeenschap, die mede te beslissen heeft over
alles wat zijn organisatie aanbelangt.
Reeds nu, indien we aandachtig rondom ons, heen kij-
ken, zien we de socialistische partij van morgen groeien.
De groote kafmachine van deze stormachtige tijden heeft
“er voor gezorgd dat de afval van het eerlijke koren ge-
scheiden werd. De trouwe partijmannen van morgen zijn
diegenen die zich vandaag niet laten gelijkschakelen
en die koppig aan hun ongekreukte ideaal blijven vast-
houden.
Met deze opvatting sluiten we trouwens aan bij het
politieke testament van Otto Bauer, waar hij schreef
« Slechts dwazen kunnen meenen, dat na deze onge-
hoorde ramp, die de zegepraal van het fascisme is, de
oude partijen onveranderd zouden kunnen verrijzen.
» Wij echter, voor wie de oude partij vaderhuis en
levensinhoud was, mogen het niet betreuren, dat zich in
de jonge illegale partijen een nieuwe ontwikkelingsfase
van het socialisme belichaamt.
» Organisatievormen worden afgebroken, ideeën ont-
wikkelen zich en winnen veld — maar er blijft een groote,
verderwerkende ideeënstrooming, die de wereld revolu-
tioneert.
Een partij in haar groote historische beteekenis blijft
het socialisme van Marx en Engels over Bebel, Jaurès,
Viktor Adler, Turati, tot de dragers der illegale bewe-
ging van heden »
En Piet HEEMSKERK
KURZE NACHRICHTEN
Laatste hulde.
We lezen met ontroering in ons zusterblad « Le Monde
du Travail » dat ichel Duchatto, burgemeester van
Herstal, op het binnenlandsch front gevallen is.
Onze trouwe kameraad werd zooals men zich zal herin-
neren, op een Decemberavond door drie rexistische ban-
EL aangerand en buiten kennis aan zijn lot overge-
aten. \
Hun Duitsche vrienden hebben het begonnen werk
voleind.
Michel Duchatto werd, onvolledig hersteld als hij was,
in Juni in de citadel van Hoei opgesloten. Na een marte-
ling die verscheidene maanden duurde, blies hij den
laatsten adem uit. ,
Op 2 November werd hij door het Luiksche proletariaat
ten grave gedragen. Meer dan 5.000 kameraden kwamen
den martelaar een laatsten groet brengen. Michel Duchat-
to, gij wordt gewroken |
De kwestie der Secretarissen-Generaal.
Eerste-minister Pierlot (zoolang hij niet aftreedt is-hij
onze premier, wat Romsée ook En mag !) heeft on-
langs te Londen het boekje opengelegd van drie secreta-
rissen-generaal : Verwilghen, die arbeiders levert aan de
Duitsche oorlogsindustrie, Leemans, die grondstoffen le-
vert aan den vijand en Romsée, die zijn vriendjes on-
wettig benoemt in de plaats van burgemeesters, ambte-
naren, onderwijzers, enz…, die niet minder onwettig door
datzelfde fanatieke führerke worden afgesteld.
Leemans heeft intusschen weer eens voor leverancier
der Duitschers gespeeld. Hij heeft een pleidooi laten
drukken voor de « vrije » bladen, om de burgers aan te
zetten hun koper in te leveren.
De burgemeesters van de nieuwe orde, die geen burge-
meesters zijn, hebben reeds met de opeisching een aan-
vang gemaakt. Maar de Brusselsche en de meeste Waal-
sche gemeenten hebben krachtdadig aan de secretarissen-
generaal geantwoord dat ze het vertikken aan landver-
raad mee te doen. E
We vragen ons af tot waar de ruggegraat der heeren
secretarissen-generaal zal buigen !
? |