Demeure N° 4 - Lanleff
Van 1958 tot 1968 creëert Etienne-Martin een reeks van tien "Demeures" waarin de weemoed van de jeugdherinneringen aan het grote ouderlijke huis te Loriol sculpturaal actief wordt omgezet in werken die geladen worden met een mystiek natuurgevoel. De "Demeures" worden door tal van auteurs onder hun psychoanalytisch aspect besproken. Zelf verklaarde Etienne-Martin in een gesprek met M.T. Mangis (Lettres Françaises 19.12.1963) "Beeldhouwkunst is architectuur... geen functionele architectuur om in te wonen, maar architectuur naar het hart en naar de geest, vol sensibiliteit... Beeldhouwkunst blijft poëzie... Deze grote werken, die ik maak (Demeures), ze zijn alsof men erin kan verdwijnen... ". In "Demeure 4" vallen bovenaan twee menselijke figuren waar te nemen, een mannelijke en een vrouwelijke tegenover mekaar gezeten. De opbouw van het werk is spiraalvormig, zoals de trap, die middenin Etienne-Martin's ouderlijk huis stond, toegang tot de mystieke verblijfplaats waarin zich man en vrouw bevinden.