Full text |
Schoon Berechting
gelijk de voorgaande jaren gegaan, met dat verschil, dat de
zilveren lantaarns van de parochiën daar niet bij waren, alzoo
zij die kwijt waren; maar die van Sint-Jacobs hadden er vier
koperen die medegegaan zijn.
Den 7? juni is Christianus-Antonius Vermoelen, overleden
den 5" juni, in onze kerk aan Onze-Lieve kapel begraven
onder den familie zerk, ter oorzake van het zwaar onweder dat
niet toeliet van naar buiten te gaan.
De eerste schoonberechting heeft dit jaar twaalf zieken gehad
en de tweede vijf-en-twintig; daar zijn vijf-en-zestig flambeeu-
wen bij geweest,
Den 14? dito is met Carolus en met al de klokken der
stad geluid en met den beiaard gespeeld, van half twee tot
half drie, van vier tot vijf, van zeven tot acht en van negen
tot tien ure, ter oorzake van het veroveren bij capitulatie van
Luxemburg (7 mei), door de Franschen.
Den 18" juni 1795 heeft Frans Eeckelaers, huurder van het
gras, dat op het groen kerkhof groeide, zijne sleutels afge-
legd en getoond dat hij daarvoor niets kon betalen, vermits
de Franschen hunne paarden daarop joegen en het gras lieten
afweiden.
Het jaargetijde van prins Albert is dit jaar niet gehouden
ter oorzake van den tijd.
Wegnemen van wapens en feodale teekens
Dit jaar heeft men op den toren geen vaandel voor de kerk-
wijding uitgesteken, ter oorzake van den tijd.
Den 29" dito zijn de processiën buiten de kerk verboden
door de Fransche natie (1).
Den 82 Juli 1795, is aan de kerkmeesters een brief
gezonden van de municipaliteit dezer stad, ingevolge het be-
sluit van het departement, om binnen de decade te doen
destrueren en amoveren binnen en buiten de kerk, al de
familiewapens, kroonen en alle andere hoegenaamde feodale
teekens, op bedreiging zoo daar niet aan voldaan werd, te
zullen gestraft worden als rebellen, waarop op g dito, eene
vergadering is gehouden van de aalmoezeniers der stad, de
kapelmeesters, dekens der ambachten en gilden in welke ver-
gadering ieder aanzocht werd de wapens hem toehoorende
te doen amoveren, waarop een der dekens in volle vergade-
ring heeft gezegd, dat, aangezien er geene corporatiën meer
bestonden, hen dat niet aanging. De kerkmeesters deden
dan op gezegden brief eene bondige representatie aan de
centraal administratie, zeggende, dat die monumenten te allen
tijde onder de directie zijn geweest van de familien, die
dezelve onderhielden, vragende om die te verwittigen de
wapens te amoveren op hunnen kost, waarop eindelijk aan
een der kerkmeesters zeker extrakt is gezonden uit de regis-
(2) Decreet van 4 Thermidor,fjaar III. |