Full text |
landbouwarchief
bij het KM/VA te Tervuren). Tussen de neergelegde beschei
den bevinden zich dok documenten met betrekking tot de
meteorologische dienst, waarvan sommige teruggaan tot
1 924, en dossiers in verband met de voorbereiding van
de Wereld:entoons:eliinc van M958 en de installatie van
IBM-reken machines in de Afrikaanse laboratoria in dezelfde
periode. Na de definitieve ontruiming van de hoofdzetel in
Brussel werd(begin 2001 een tweede neerlegging vanuit
het voormalige INEAC doorgevoerc. Het betreft 10 meter
documenten, eveneens uit de periode 1933-1969, die
bewaard werden door het algemeen bestuur. Het gaat
grotendeels om programma's, rapporten en jaarverslagen
van het algemeen bestuur ên dossiers van verschillende
onderzoeksstations. De meer technische dossiers bleven in
de instelling achter en maken wellicht deel uit van de stuk-
ken die zien bij de CAI.B bevinden.
Jammer genoeg is het bestand dat daar wordt bewaard,
evenmin ontsloten on. kan er wéinig worden gezegd over
de exacte innoud. Er bevinden .zich onder meer rapporten
van de verscHllende onderzoeksgroepen en -stations en
publicaties van;èet INEAC. Naast eigenlijk archiefmateriaal
bleef er ook een deel bewaard van de bibliotheek die na
de onafhankelijkheid van Congo overleefde als de Service
de Documentation en Agronomie Tropicale et en Développe-
ment Rural. Hof totale besiana (archief én bibliotheek) meet
56 strekkende meter en omvat de periode 1 940-1998.
Het INEAC-archief da: in Tervuren .bij het KMMA berust,
komt eigenlijk voort van de dienst Providentie Securitas en
beslaat ongeveer 60 strekkende meter, Providentia Securitas
regelde de personeelsaangelegenheden voor (ex-)werk-
nemers van INEAC na de onafhankelijkheid van Congo
in 1960,: De documenten bestaan grotendeels uit perso-
neels- en pensioendossiers (ook van allochtoon en autoch- ..•
toon personeewn de koloniesjbVerder bévat dit bestand
correspondentie van Providentia Securitas, rekeningen en
boekhoudstukken en een deel van de oude bibliotheek van
INEAC. Een ander deel van de oude bibliotheek berust bij
de Afdeling Landbouw van het KMAAA, dat verder geen
archieven bewaart. Nog binnen hef KMMA moet gewezen
worden op een aantal persoonsarchieven van mensen die
rechtstreeks betrokken waren bij het INEAC. Zo kunnen er
stukken van of over de instelling worden teruggevonden, in
de archivalia vân Jean Lebrun, August Tilkens, Pierre Staner,
Floribeit Juffen en Jean-Marie ISenry. In tegenstelling tot hef
eigenlijke INEAC-archief zijn deze persoonlijke papieren
summier ontsloten door een inventaris.
Inzake: tropische landbouwkunde d|™zeker ook,de per-
soonsarchieven van de professoren Pierre Staner en Joseph
E. Opsomer van belang, die bewaard worden door de Ser-
vice des Archives van de Université Catholique de Louvain
In Louvcin.-La-Neuve. Van. joseph Opsomer bleef een klein
dossier bewaard Belt onder meer enkele stukken van||et
Centre d; Histoire et de Technique over tropische landbouw-
kunde, een aantal rapporten over tropische landbouwkunde
en verslagen over de geschiedenis van net .Nederlandse
landbouwproefstation Buitenzorg op Java. Het persoonsai
chief van Pierre Staner, waarvoor een beknopte inventaris
werd opgesteld, bestaat bijna uitsluitend uit administratiev
documenten van enkele instellingen waar Staner deel van
uitmaakte. Vooral de briefwisseling die Staner vanaf 1 94<
voerde als Directeur bij het Ministerie van Koloniën en vai
1 950 als Inspecteur Royal des Colonies alsook zijn voor-
drachfen, hebben hun belang.
Besluit
Het eerste luik van het project 'De Belgische landbouw in
een stroomversnelling. Prospectie, ontsluiting en valoriserir
van landbouwarchieven (1 800-2000)' leidde tot de publ
catie van een lijvige gids waarin veel landbouwgerelatee
archiefmateriaal wordt goreoertorieerd. Als dusdanig is
deze Gids van landbouwarchieven een uniek werkinstrurr
in de West-Europese historiografie. Voor het eerst wordt e
haast volledig overzicht geboden van de archieven van e
over de Belgische landbouw vanaf circa 1795. Bovendie
kwamen een aantal belangrijke bestanden aan de opper-
vlakte, waarvan bijna niemand het bestaan nog vermoed
(zoals van de Nationale Landbouw- en Vóedingscorpo-
ratie, de Nationale Dienst voor de Afzet van Land- en
Tuinbouwproducten, hef Instituut tof Aanmoediging van he
Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw
en het Institut National pour l'Étude Agronomique du Cou
Belge). Er kan overigens veelbelovend worden vastgestelc
dat er heel wat archief bewaard bleef over onderwerpen
die tot nog toe slechts in de marge van het landbouw-
historiseh onderzoek werden belicht. Voorbeelden zijn: de
landbouwproductie en de organisatie van de agrarische
sector tijdens de Tweede Wereldoorlog en vlak daarna; c
evolutie en organisatie van import en export in een perioc
dat België zich ontwikkelde tot een netto-uitvoerder van
landbouwproducten; de toenemende invloed van onderze
en overheid op de Belgische landbouw; of de eminente r
die België tijdens de 20ste eeuw speelde op het vlak van
de tropische landbouwkunde.
Het onderzoek toonde ook de keerzijde van de medaille.
De teruggevonden: archieven raakten vaak versnipperd:
is het niet over verschillende instellingen heen, dan toch
over diverse bestanden binnen:die instellingen. Bovendier
ontbreekt bij de meeste van deze archieven elke vorm var
ontsluiting, vaak zelfs van ordening. Daardoor kan er vaa
weinig gezegd worden over de precieze inhoud en de
verschillende onderzoeksmogelijkheden die de archieven
bieden. In vele gevallen laaf ook de bewaartoestand van
het archiefmateriaal te wensen over.
Er blijft dus heel wat werk aan de winkel om de bewarinc
van deze archiefbestanden te garanderen, om ze in de
®ate van het mogelijke te herenigen, om een noodzakelij
selectie en schoning door te voeren, om ze te ordenen,
herin te pakken en te ontsluiten. Pas dan wordt al dit waa |