Full text |
E, T WERACOAA
Vrijdaeghsche Post-Tijdii
Den 8. Junius 1703. N°. 46.
CAOIX, den 7. Mey-
E nieuwe Fortificati-
en van dese Stadt en-
de om-ligghende po¬
sten principalijck van
de Matagorda, wor-
den sterck voort ge.
set, aen het leste werc-
ken datgelijckk over
de 3000 Mannen van
ons Guarnisoen, het welck 7009 Man-
nen sterck is. Aen de Quick-silver Sche-
pen is Conincklijcke ordre gecomen van
soo haest als mogelijck is naer de Indien
te vertrecken. Voor de Fransche Gal-
lzyen ende Oorlogh-Schepen, de welcke
hier liggen, sijn 6. Schepee met Mont-
provisien ende met 8oo. Boots-gesellen
ende Roeyers uyt Brest gearriveert. De
toe-comende weke sal het Silver uyt de
Vloot, het gene tot Segozia is, aen de
Cooplieden uyt-gedeelt worden, tot welc-
ken eynde verscheyde Persoonen uyt de-
se Stadt derrewaertsisijn vertrocken. Van
Ceuta heeft-men, dat den Generael der
Mooren met het grootste gedeelte van
sijne Trouppen van voor die Stadt naer
den Coninck van Marocco gemarcheert
was , om desselfs Leger te verstercken,
ende aen sijuen rebellerenden Sone,den
velcken een Leger van 6ooo0. Mannen
by een hadde, ende sijnen Vader wilde
detroneren, het hooft te bieden. Men
hopte dat dese oneenigheden de Barbae-
ren soude nootsaecken de Fortresse Ceuta,
die nu over de 9. Jaeren belegert is geo
weest, vol-comen ge abbaadonneren,
NAPELS , den 8. Mey.
Uyt Calabria comen daeghelijckx bes
droefde tijdingen , alsoo op den derden
deser door eene grousaeme Aert-beringe
de snel-loopende Riviere Laino , door het
scheuren ende vallen van eenen Bergh
gestopt, over is gheloopen ; door het
welck 14. à 15. Dorpen in den tijt van
vier uren over-stroomt, ende veele Men-
schen ende Beesten verongelijekt sijn:
door dese Aert-bevinge sijn de Bourgen
Bisgnano , Villaro ende Noja, liggende
tusschen de geberghtens, by-naer onbe-
woonkaer geworden; ende aen de Steden
Cosenza ende Rassano is groote schaede
geschiet. Men heeft om alie surprises
te verhoeden de Guarnisoenen van alle
de Steden in dit Rijck verwissek, ende
de besertinghe van Capua door 256.
Mannen versterckt. Verscheyde Geeste-
lijcke Persoonen , die temerairlijck van
de tegen woordige Regeringe spraecken,
ende gesuspacteert wierden van met de
Duytschen te corresponderen , sijn in
cchtenisse ghenomen, De Fortificatien
langhs onse Kusten worden met eenen
onbeschrijffelijcken yver gecontinueert,
ende men heeft geresolveert Linien en¬
de Redouten te maecken van de Brugh
genaemt de la Magdalena tot aen Castel
lamare , waer door die Kusten ter distan-
tie van 18. Italiaensche Mijlen buyten
vrees van invasie sullen wesen ; hier toe
moet yder Dorp 18. Mannen fcurnie-
ren. De Peerden vande Ruyters sijn in
de Wey den gesonden, om in staet te-sijn
van tegens het begin vande tog-comen-
|