Full text |
2. NEDERLANDS TAALGEBIED
a. Algemene Taalkunde
Boshoff, S.t: Volk en taal van Suid-Afrika.
1921.
Endepols, J.: zie J. van Ginneken,
Ginneken, J. van: Handboek der Nederl. taal.
1913^-14. '
—1,-^—: Leergang der Nederlandsche taal :
1. De roman van een, kleuter. 1917.
3. [J. van Ginneken en J. Endepols] : De
regenboogkleuren v. Nederlands taal.
1917.
4. TH. Padberg] : De mooie taal. 1924.
Grootaers, L.: De taal der Vlamingen. In :
Vlaanderen door de eeuwen heen. II. 1932.
Lecoutere, C.: Inleiding tot dé taalkunde en
de geschiedenis van het Nederlandsch. Bew.
door L, Grootaers. 1934,
Padberg, H.: zie: J: van Ginneken.
Schepers en Scholten : De kleine Gids. Inleid.
tot onze moedertaal. 1924.
Vexcoullie, J.: De iaal der Vlamingen. 1923.
b) Geschiedenis van de taal en Etymologie.
Buck, H. De.: De studie van het Middelned.
tot 'in het midden der 1 9e eeuw. 1 93 1.
Kat, P. Pzn.: Uit de Gesch. der Nederl. woor-
den. 1911.
Salverda de Grave: Influence de la langue fran-
çaise en Hollande. 1913.
Thomassen, M.: Taalkundig prentenboek. -’32.
Valkhoff, M,: Les mots français d’origine néer-
landaise. 1931.
Verdam, J«: Uit de geschiedenis van de Nederl.
taal (Stoett, 1923)-
Vooys, C. G,; Geschiedenis van de Ned. taal
in hoofdtrekken geschetst. 1931.
Walch, J.: Uit de levensgeschiedenis van woor-
den. 1928.
Winkel, J. te : Geschiedenis van de Ned, taal.
1901.
c) Phonetiek. Uitspraak. Spelling.
Blancquaert, E.: Practische uitspraakleer v.d.
Nederl. taal, 1934.
Daman, J.: Vereenvoudigde spelling en spelling-
beweging (1891-1929). 1929.
Dantzig, B, vàn: Phonetische woordenlijst der
Nederl. taal. 1901.
Grauls, J.: Over de hedendagsiche Zuidnederl.
schrijftaal.
Roovers, C.: Nederlandsche klankleer. 1903. -
Schepers, J. B. en T. Delmers: Vereenvoudig-
de spelling (Pro. en contra). 1905.
Sievers : Grundzüge der Phonetik. 1901.
Spelling, Nederlandse, geslacht en verbuiging.
Een bundel opstellen van J. H. van den
Bosch, R. A. Kollewijn, G. G- N. de Voys
ç.a. 1916.
Vooys, C. G. N. de: Spreken en schrijven in
Noord- en Zuid-Nederl, 1912.
—,— : Spellingvraagstuk.
Zwaardemaker, G. H. en L. P. H. Eykman:
Leerboek der phonetiek, inzonderheid met
betrekking tot het standaard Nederlandsch.
1928.
d) Gewesttalen en dialecten
Blancquaert, E. : Nederlandsche dialectatlassen
(1926- ).
Dialectbibliotheek, Noord- en Ztuid-Nederl.
Ginneken, J. van : De Nederlandsche dialecten
in den loop der eeuwen. 1927.
Ginneken, J, van en F. Endepols. : De regen-
boogkleuren van Nederlands taal. 1917.
Grootaers, L. en G.G. Kloeke : Handleiding
bij het Noord en Z. Nederl. dialectenonderz.
1926,
Heeroma, K.: Hollandse dialektstudie: Bijdrage
tot de ontwikkelingsgeschiedenis van het al-
gemeen beschaafd Nederlands .1935,
Hesseling, D. e.: Afrikaans. 1923.
Jacobs, J.: Het westvlaamScn van de oudste
tijden tot heden, 1927.
Jellinghaus, H. : Die niederlândischen Volks-
mundarten. 1892.
Kloeke, G. G. : De Hollandsche expansie in
de 1 6e en 1 7e eeuw en haar weerspiegeling
in de hedendaagsche Ned. dialecten. Proeve
eener historisch dialect-geografische synthe-
se. 1927.
Rijn, C. J. van: Verband tusschen het Afri-
kaansch en het Nederlandsch. 1913.
Roux, J. J. Le: Inleiding in het Afrikaans voor
Nederlanders. 1921.
Sint-Jan, R. van: Het West-Vlaamsch van Gui-
do Gezelle. 1930.
e) Grammatica
Joos, A.: Het gevoel en de Spraakkunst. ’23.
Meer, J. van der : Historische Grammatik der
niederlândischen Sprache. 1927.
Overdiep, en Van Es: Stilistische grammatica
van het Nederlands .1935.
Schönfeld, M.: Historiese grammatica van het
Nederlands. 1932.
Vercoullie, J.: Schets eener historische gram-
matica der Nederl. taal.
Winkel, J. te: De grammatische figuren in het
Nederlandsch. 1884.
f) Stijl- en Taalzuivering.
Greedanus, J.: Beginselen en ontwikkeling van
de interpunctie in ’t bizonder in de Neder-
landen. 1926.
Overdiep, G, S-: Over woordschikking in mo-
dern proza. 1927.
Poelhekke, M. A. P, C.: Woordkunst, 1910.
Ritter, jr. P. H. : De kunst van het schrijven.
1933.
55 |