Full text |
heyt genootsaeckt wiert de Treur sale te verlae-
ten. Naer den noen verscheene insgelyks tot het
verrichten van de geseyde Ceremonien op het
voornoemt Paleys de Konincklycke Princessen
Victoria Sophia, ende Ludovica ; dogh Mada¬
me Adelaides en was in hun gevolgh niet, al-
soo haere Koninckl: Hoogheyt ten opsichte van
haere uyterste droefheyt, van den Koninck ver-
lof versoght ende bekomen heeft van tot Ver-
sailles te blyven. Gisteren begaf sigh onsen
Doorl: Arts-Bisschop aen het hooft van het Ca-
pittel Metropolitaen, en wynighen tydt hier
naer het Parlement, de Leden van de Reken-
kamer en de voordere hooghe Recht-bancken
alle in Corpors, en ontrent den avont alle de
Religieuse soo Weireltlycke als Reguliere ge-
meyntens naer het meermaels-gemelt Paleys ,
om op het selve voor de Ziele der aflyvighe
Princesse hunne gebeden te storten. Op den
selven dagh wiert het Aerte van Madame Hen¬
riette door de Hertoginne van Orleans, verge-
selschapt door de Princesse van Conty, met
groote Lyck-statie naer de Kercke van val de
grace gevoert, sullende het Lichaem van haere
Konincklycke Hoogheyt morgen met grooten
Treyn naer de Abdye van 5. Denis vervoert,
en in het Graf van onse Souvereynen ter aerde
bestelt worden.
Woensdagh is den Hertogh van Nivernois
uyt Roomen, ende laestelyck uyt Marsaille in
dese Vestinge met het grootste ghedeelte van
sijne Bedienden te rugh gekeert, en sal eerst-
daghs tot Versailles gehoor by onsen Monarck
hebben.
Het gaet vast, dat de grouwsaeme en schan-
daleuse Theses van den Heer de Prades in het
Parlement op het scherpste ondersocht wordt,
en dat men eerstdaghs de selve door de handen
der Scherp-rechters sal sien verbranden. Hier-
en-tusschen is'er reets bevel gegeven, om dien
Heer in echtenisse te nemen &c.
siet hiet het Ertract van den brief, die op
den 20. der voorlede maendt tot Cadix gedagh.
teeckent, en ons langhs Bourdeaux toegeson-
den is, ende waer van men de bevestinge door
andere soodanighlyck bekomen heeft, dat het
begryp hier van in onse laeste Hof-Gazette ge-
plaetst is : Niemandt , selfs van de alder
3oudtste Persoonen, en is indachtigh van oyt
soodanigh Tempeest in dese Baye uytgestaen
te hebben, als wy voorleden Saterdagh den
15 deser ontrent ten a. uren s’avonts door-
eenen West-Zuyt Westen Windt gehadt heb-
geweldigh, dat de Schepen, naer weynigen
tydt , van hanne Anckers gejaeght zynde ,
tegens malkanderen tusschen de duysternissen
des nachts op eene schroomelycke wyse be¬
gonsten te slaegen. Dit ginck met sooda-
nigh geweldt, dat alle de groote Vaertuy-
gen uyt hun grof geschut teecken gaven om
onderstant te bekomen, het welck men aen
hun tusschen de uytterste duysterheyt ( wanc
het was reets midder-nacht geworden) niet
geven en konde. Den volgenden dagh en
was nauwelycks aenghekomen, ofte men
sagh langhs alle kanten niet dan het alder¬
droefste verthoogh van eene overgroote me-
nighte van in stucken geslaegen Schepen,
en van andere , de welcke alle stonden in
het uytterste gevaer waeren van te vergaen.
De schroomelycke gesteltenisse van die on-
geluckige Menschen, de welcke tusschen een
grouwtaem gehuyl naer de Wallen van dese
Stadt overswommen, en sich aen de Mueren
deser Vestinge meynden te behouden, wiert.
door het aenhoudende Tempeest, ongeloot-
felyck groot : want niet tegenstaende dat wy
3, Touwen, Leeders, en andere Instrumenten
tot de behoudenisse van dit beweenelyck
3 Volck aflieten , floegen de Baeren met soo
hevigh gewelt teghens de Wallen, dat wy
niemandt en hebben konnen behouden.
3 Noyt eenen minuet van den tyde en is'en
sonder grouwsaeme rampen doorgegaen.
Het ryck gelaede Schip van Marseille , ghe-
commandeert door den Heer Caudiere, naer
dat het selve 18 uren tusschen de woedende
; Baeren (sonder Anckers , Mast, ende Zeylen
gessingert was, wierdt ten laesten door den
geseyden Heer met alle sijn gevolgh verlae-
ten, die op de Chaloupen hun leven hebben
trachten te behouden, en eyndelyck; tus-
schen soo veele verongeluckte Persoonen ,
naer het verlies van hun Schip, behouden
3 in dese Have ontreht ten 10. uren s’morgens,
z dogh in de gesteltenisse van meer als half
z, verdroncke Menschen binnen gekomen zyn.
; Eergisteren begonst den Windt een weynigh
te vallen; Oock wierden de Baeren den vol¬
genden dagh merckelyck ghestilt , Hier-en-
tusschen siet men t’sedert dien tydt op onse
kusten niet, dan overblyfsels van menigh-
vuldige verongeluckte Schepen, en (ewelck
het droefste is) van eene ongelooffelyke me-
nighte van ontzielde Lichaemen van alle
foorten van Personnen , aendryven. Op
, ben. De beroeringe in de Zee begonst soo ) L. het eynde van den brieflas men: , Men vinds
|