| Full text |
te
141
WE
Onsdagh 27. Meer 1725. No. 25.
touw, den E. Heert.
de Calleve, die
een voor
1 Somme Geldts van
hier gesonden was
der Portokertje,
tot betaelinge van
het Carnisoen van
die Fortresse, quam
„
eergisteren hier te
nogh met tydinge dat een kleyn ber¬
barisch Root-Schip eenighe dagen bo¬
een Monte Christo gekruyst hebbende,
was ontmoet door eene Genneesche Taris¬
de, die het hadt aengetast, ende met een
scherp gevecht doen stranden op de ko¬
en van Corles wy verwachten hier
alle oogenblicken de brogges van de Pro¬
cette violente, ende daer tegen 2. Col¬
leven, ende verscheyde barquen veerdigt,
om de selve over te voeren naer Netu¬
no, ofte naer Cina Veechis, sullende die
Princelle, de welcke seer afkeerigh is
van de Zee, van Horenge de reyste Landt
voorteren naer koomen.
kerel, den 7. Heert.
Den grooten Hertogh, opten Gouverein,
die sich bevind in eene gewenste vervarent
ben, omtrock voor weynige dagen eenige
depesches van het Hoff van Weesen, waer
van verscheydenelijck vort gesproken.
men dit nu versekeren dat de groote
Drieele laate, Gouvername van Tie¬
na binnen weynighe danen de reys van
het tot geneemen over koomen. Daer
in seer kostelycke Presenten verveerdigt,
te de die icelle tot vereeren den
de kercke van Treno, des nieuwen
bosschen Minister, des Heer Col¬
men hadt voor dre dogten met groote
magnificentie sijne eerste publiecke endien
tie by den grooten Hertog, van den wel¬
en hy seer favorabel niet ontfangen.
Maten, den 7. Heer.
Voorleden vrijdagh sijn den Prins
van Moden, ende sijne bestinge, die
sich eenigen tyde incognito hier hadden op
gehouden, uyt dese Stadt vertrocken over
Rego. Den Heer Gorbeslom is van Com¬
machio hier zigh gekomen, ende heeft
de onsen Gouverneur, den Erve van Cot
vrede, rapport hebben van het gever is
voorgevallen in de executie, ofte overle¬
veringhe van die plaets den de Trouppen
van den Pons het boek hier eene groo
te vergevoeginge dat sijne voorgemelde
Excessentie noch voor de toekomende
eeren door den keyser bevestight is in het
Gouvernement van dit Lanst.
Toektsoen, den 10. Meert.
den is hier ten hoogsten voldoen over
de cordere verklaeringe, die de Crarin
ne hier heeft heten doen dat hy in goe¬
de correspondentie, ende vriendschap
de leven met onsen Koninck, ende om
die reden heeft ons tot de Zee-mans¬
ses voor een groot gedeelte geconing
mandeert, sullende maer een Elquasie van
10. sichte Oorlog -Schepen, ende Fregat
ten binnen 7. â 4. oeken in zee geen
tot versekeringe van onsen Koophandel
door den Expressen, die voor george
dogten van hier niet gelooden den den
Heer Baron van Frielenheim, onses Com¬
mandant in Eilande, seght men dat den
sijde Excessentie ordre is gesonden, om
de Stadt Hellingos merckelijck te fort
ceren, ende de selve, om de bequaemheyt
|
