| Full text |
nentie den Cardinael Sigismundus Grave van sche Landen sien vertrecken tot het montes
Collonitz, onsen Arts-Bisschop, besigh met
het Drucken der Ordonantie, uyt welckers
kracht men in alle de Kercken , aen desen
Arts-Bisschoppen Stoel onderhoirigh, plech-
tige Biddagen sal houden , om de geluckige
Verlossinge van onse genaedige Souvereyne
(de welcke in haere Swangerheydt eene ghe-
wenste welvaerentheyt geniet) by den Alder¬
hooghsten door algemeyne en aenhoudende
Gebeden af te smeecken.
Den jongen Grave van Harrach, den welc-
ken reets menighvuldige blyckteeckens ghe-
geven heeft van een uytnemend begryp ende
doordringende verstant, ende die vervolgens
door haere Keyserlycke Majesteyten niet allee-
nelyck tot Hof-Raedt, maer oock tot hunnen
Afgesant by sijne Ceurvorstelycke Hoogheydt
den Arts-Bisschop van Mentz benoemt is, sal,
soo men versekert, voor het eynde van dese
ofte in het beginsel van de aenstaende maendt
naer het Hof van den hoogh-gemelden Pre-
laet vertrecken, om sijne Doorl: Bedieningen
aldaer waer te nemen.
HANNOVER, den 25. July.
t’Sedert de aenstomste van eenen Expressen,
uyt Londen , den welcken gisteren sijne brie-
ven aen den Gouverneur van dese Ceurvor
stelycke Hooft-Stadt overgelevert heeft, is den
Heer Secretaris Evers in sijn Huys nauwer als
te vooren opgesloten, en onder de bewaerin-
ge van 6. Grenadiers gestelt.
Tusschen het verloop van eenige dagen heb¬
ben wy in dese gewesten seer schroomelyck
Onweder van Donder ende Blixem ghehadt,
het welck op verscheyde Dorpen Brandt ende
andere ongelucken veroorsaeckt heeft ; Hier-
en-tusschen en is'er niet soo schoon om sien
als de tegenwoordige gesteltenisse der Velden
van dit Ceurvorstendom, de welcke ghesae-
mentlyck eenen alder-rycksten Oost tot troost
van de Landts-lieden belooven ; dogh die
waerscheynelyck met afgunstige oogen door
verscheyde hier-zynde Cooplieden in Grae-
nen aengesien worden, de welcke op de ver-
foeyelycke hope van eenen missuckten Oogst
hunne Solders in dese Stadt opgekropt gehou¬
den hebben van die noodige Eetwaeren , de
welcke hier reets merckelyck afgheslaeghen
zyn , ende dagelycks in orys verminderen.
De voorlede weke heeft men soo door, als
ontrent dese Vestinge meer dan 900 seer
uytnemende Peirden naer de Brandenbourgh-
ren van de Ruyters , de welcke onder de
Standaerts dienen van den Koninck van Pruys-
sen , den welcken tot Potsdam aen den Ma-
reschal Grave van Saxen , voor sijn vertreck
naer Dresden , eene Goude soo Horologie
als Snuyf-doos, beyde omset met kostelycke
Brillanten , ende met het Portrait van dien
Monarck verciert , tot eene gifte gegeven
heeft.
P. S. Desen avondt worden hier wederom
29. Baenstroopers, voor het grootste gedeel-
te Fransche Deserteurs, onder de bewaeringe
van onse Grenadiers ingebroght; ende men
versekert , dat'er morgen tegen een dierge-
lyck getal van Booswichten , de welcke ee-
nige dagen op onse Gevangenissen overge-
broght hebben , het Doodt-vonnis sal uyt-
gesproken worden.
DUSSELDORP, den 1. Alugusti.
Het was voorleden maendagh , wesende
den 28. der gepasseerde maendt, dat sijne Sere-
nissime Hoogheydt den Hertogh van Sazen-
Seiz, vergeselschapt door den Velt-sareschaf
Grave van Schmessing, in dese Vestinge aen-
gekomen is, uyt de welcke dien Vorft, naer de
Ceurvorstelycke Galderye , ende alles wat
voorts hier merckens-weirdigh te vinden is be¬
sightight te hebben, den volgenden dagh naer
Ceulen te rugh keerde
Ten veroorsaeckt, volgens verscheyde brie-
ven uyt Silesien geene kleyne blyschap onder
de Geestelycke Herders van de Roomsch-Ca-
tholieken in die Landen , dat sijne Pruyssische
Majesteyt door eene nieuwe Ordonantie ver-
klaert heeft, dat den 48. Artikel van het Tra-
ctaet van Westphalen in t’geheel door gansch
sijn gebiedt sal onderhouden worden. Uyt
kracht van den selven Artikel is het bedongen,
dat de stellingen van de Canonicke Kerck-ver¬
gaederingen, en de voordere Kerckelycke or-
donantien onderhouden sullen worden, sonder
dat de Magistraeten tegens de Censuren van de
Geestelycke Roomsch-Catholieke Overheydt
aen de wederspannige de hooge handt mogen
leenen.
Syne Serenissime Hoogheydt Fredericus
Hertogh van Tweebruggen bevindt sich nogh
werckelyck tot Schwalbach, alwaer dien
Prince t’sedert eenighen tydt de Baden ghe-
bruyckt
Particuliere brieven uyt het Ryck brengen
mede , dat 'er tuischen de Directeurs van de
|
