Full text |
ke zyn’er, onder de versellinge van een De-
tachement onser Troupen, op 10. Waghens
seer swaer: Geldt-sommen ten dienste van
haere Polsche Majesteyten naer het Ceurworste-
lyck Hof van Saxen afgeveirdight.
WEENEN, den 1 Meert.
Den jongen Baron van Trenck, Neef van
den beruchten Colonel van dien naem , en aen
het buytenspoorigh gedragh van den selven ,
meer als men gelooven soude , gelyckformigh,
is naer het Casteel van Spilbergen in Moravien
vervoert, alwaer den gemelden Colonel, sij-
nen Oom , het leven geeyndight heeft.
Sommige meynen versekert te zyn, dat de
Oostenrycksche Troupen, de welcke in som-
mige grenz-plaetsen van Hongaryen ghedient
hebben, in andere Staeten van haere Maje-
steyt staen gebruyckt te worden, en dat de
Posten der selve door de Invalides , ten tyde
van de alder vreed’saemste ghesteltenisse der
Ottomannische Porte , provifioneelyck sullen
waergenomen worden.
Men verneemt , dat den Grave van Heynd-
fort door den Koninck van groot-Brittannien
tot defselfs buyten-ghewoonelycken ende vof-
machtighden Afgesant aen dit Keyserlyck Hof
benoemt is, moetende, volgens de brieven
uyt Londen, by onse Souvereynen sommige
Commissien van de uytterste- aengelegentheyt
afleggen.
Het is, soo men versekert, den Heer For
ster , Keyserlycken Hof-Raedts-Heer , dan
welckén eerstdaghs naer Hannover met eenen
anderen voornaemen Heer staet te vertrec-
ken, om sijne groot-Brittannische Majesteyt
op sijne aenkomste uyt Engelandt aldaer af
te wachten, te verwellekomen, ende by den
selven de voordere belangen van onse Souve-
teynen waer te nemen.
En is niet sonder een gronthertigh ghevoe¬
len, dat Monseigneur den Grave van Trautson,
onsen Doorl, ende alder-jeverighsten Arts-bif-
schop in de Geestelycke bestieringe van sijne
Ondersaeten, vernomen heeft , dat er soodani-
ge quaetaerdige, onverstandige, en verfoeye-
lycke Menschen gevonden zyn, de welcke te-
gens den echten inhoudt van sijn Herderlyck
Reglement, het welck hy aen alle de Predi-
kanten, Biecht-vaders &c. van sijne Arts-Bis-
schoppelycke Digecese, op den voet; ende by
naer met de eygene Woorden van den E.
Carolus Borromaus , ende andere Heylige
ende geleerde Mannen der Roomsche Kerc-
ke , onlanghs toeghesonden heeft , sich ver-
stouten, ende verftout hebben , van niet al-
leenelyck mondelinghs, maer selfs-met hunne
leugenachtige , schimpende , en ongetoomde
Pennen tegens alles dat in de waerachtige Re-
ligie dierbaer is, door Nieuws-papieren , ende
andere Schriften te verkondigen,dat den hoog-
gemelden Prelaet de Leeringe van het Vage¬
vier , de aenroepinge der Heyligen, het ge-
bruyck van de Oirbiechte &c. als in de H. Schrif-
ture, Oudt-vaders &c. ongegront, afkeurde, en
die heylsaeme , heylige, en in de H. Schriftu-
re vast-gegronde waerheden verboden hadt te
Bredicken &c. Op dat echter niemant ( niet
tegenstaende de klaere uytdruckingen van het
vermelt Herderlyck Reglement, ofte Mande-
ment ) verleyt en soude worden, heeft sijne
hoogh-genaemde Doorl: Hooghw: soo door
sich selven afgekondight, als door alle de Pre-
dickanten , aen sijnen Arts-Bisschoppelycken.
Stoel onderhoirigh, doen afkondigen , dat al-
les wat men tegens de boven-geseyde Leerin-
gen van het Vagevier , de aenroepinge der
Heyligen,de Oirbiechte &c. uytgestroeyt heeft,
teenemael valsch , verdicht, en ongegront iss
sich selven , door de genaede Godts, hier in
aen de oude, onverbasterde, en ontwyffelyc-
ke punten van het Geloof sijn'er Voor-ouders,
en voorts aen alle de Leeringen van het hey-
ligh en onfeylhaer Concilie van Trenten hou¬
dende &c.
PARYS, den 10. Meert.
De reyse van den Koninck naer Choisi, de
welcke tegens voorleden Dynsdagh vast-gestelt
ras, en heeft geenen voortganck ghehadt.
Syne Majesteyt bevint sich werckelyck op het
nieuw Paleys van Bellevue, van waer onsen
Monarck heden tot Versailles te rugh verwacht
wordt.
Madame de Dochter van Monseigneur den
Daupbin, als mede den jongen Hertogh van
Bourgogne, zyn met de Princessen , hunne
Voesters, naer Meudon overghebroght, om
op dat Lust-hof soo langh hun verblyf te hou¬
den , tot dat de prachtige zeranderingen, die
men werckelyck tot Versailles op het Koninck-
lyck Paleys maeckt , teenemael in staet sullen
wesen.
Madame de Dauphine heeft t’sedert eenige
dagen niet afleenelyck de Camer, maer oock
het Bedde gehouden ; dogh gisteren vernamp
men , dat die Princesse, eenen Misval gehadt
hebbende , t'sedert dien tydt redelyck welvas-
rende is.
v Maendagh wiert hier eene Konincks Decia-
|