Full text |
CIALLATEN
VAN
AAWERAEI
bynsdagb 27. November 1736 N95.
MILANE N , den 10. November.
En Keyserlycken Ge-
nerael, den Grave van
Kevenhuller, ontfinck
voor 2. dagen eenen
Expressen va Weenen
met tydinge dat den
Generael , Grave van
Traun, eerst op den
12. ofte 13. van dese
maent van daer ffont te vertrecken naer dit
Landt, soo dat-men sijne Eccellentie eerst hier
is verwachtende tegens het eynde van dese
maent. moetende in passant eenige Keyserlyke
commissien uyt-voeren in Tyrol, ende tot
Mantua. De ordres sijn hier gegeven, om de
Keyserlycke Trouppen, de welcke tot nu toe
in dit Hertogdom gecaatonneert, ende gele-
gen hebben op het platte Landt, te verdeelen
in de Steden, ende vaste plaetsen. De 5000.
Duytschen, die eenigen tydt gelegen hebben
in het gebiet van Lucca, sijn in beweginge
naer het Cremonois,om in dat gewest te wor-
den gheinquartieert. Men blyft door het
gansch Mijaneesch de noodige voorsorge ne-
men, ten eynde de sieckte , ende sterfte onder
de Beesten, de welcke begint te verminderen,
teenemael te stuttea , ende te verhinderen.
Van Pisa , ende Floreege heeft- men met de
jongste brieven dat de apparentie begon toe
te nemen dat de Spagujaers het Hertogdom
van Toscanen eerder, als-men gemeynt hadt.
soudea verlaeten , ende dat den Herrogh van
Montemar tot Pisa dagelyckx eenen extraor-
dinairen Courier was verwachtende met de
ieste, ende absoluie ordres van sijne Cacho-
lieke Majesteyt, om het gemelt Hertogdom,
nu alle de verschillen tussen den Keyser,ende
den Koninck van Spagnien vereffent waren,
in te ruymen aen de Duytschen, Voorleden
Sondag wirt den Feest-dag van den H. Caro;
lus Borromeus, ende Naem-dag van den Key-
ser, hier met alle bedenckelycke vreught ge-
viert. P. S. Gisteren sijn de Equipages van
den Generael Grave va Kevenhuller uyt dese
Stadt vertrocken naer Toscanen &c.
STOCKHOLM, den 10. November.
Mes wilt hier versekeren dat ons Hoff, ende
dat van Coppenhagen eene Conventie sullen
maken, om hunne navigatie door alle moge-
lycke middelen te bevoorderen op de Oost-
Indies. Den Grave van Casteja, Ambassadeur
van Vranckryck, heeft kortelings wederom
cene particuliere audientie ghehadt by onsen
Konink, over saken, die-men wilt dat souden
wesen van het uytterste gewicht.
WEENEN, den 14. November.
Den Keyserlyken Generael, den Grave van
Traua, die voorleden saterdagh gereet stont,
om, als Commaudant van het Milageesch, van
hier te vertrecken naer stalien, heeft sijne reys
noch eenige weynige dagen verschoven, Dien
dagh s’morgens hiel den Keyser Raedt van
Staeten, ende fondt naer den noen eenen Ex-
pressen met gewichtige depesches, ende beve-
len aen onsen Ambassadeur, den Heer Dal-
man, tot Constantinopelen. Sondag vierde de
Keyserlycke Familie in de Kercke van het
Palleys met de gevoonelycke devotien den
Feefft dagh van den H. Martinus. s’Avonts
wirt voor de weede mael voor de Keyserly-
ke Familie gerepresenteert het Musicael Ope-
ra van Themistocles. Maendagh verlustigde
sich den Keyser met den Hertog van Lorrey-
nen, ende den Prins Charles, sijnen Broeder,
met de Jacht in de vabuerschap van Ganfoyn.
|