Full text |
«Het doel der Nederl. Reisvereeniging is ook,
hen, die met de taal der te bereizen streek
niet bekend zijn, van dienst te zijn. Het bleek
ons daarbij, dat die reizen tegelijkertijd een
prikkel tot - zij bet veelal elementiare -
talenstudie werden. Ook zii evenwel, die de
z.g. 3 moderne talen leerden, docb jaren-
lang niet gebruikten, zitten onderweg soms
met een eenvoudig dagelijkscb woord. De
woordenschat van de gewonen toerist be-
hoeft niet zeer groot te zijn; dit boekre
geeft op zeer overzichtelijke wijze het aller-
noodiqrste en nog iets meer. en bovendien
een phonetische uitspraak, die de werkelijk-
heid zoo dicht mogelijk nadert. Het formaat
is geschikt voor den zii zak van het colbert
of voor het dameshandtaschie. Over het ge-
heel is dit voor reizigers het hoekje, waarop
reeds zoovele iaren gewacht ’s. «Eigen er
varing leerde dat de hoekjes werkelijk heel
geschikt ziin. We kunnen onze toeristen
niet genoeg aanraden zich van dezen nutti-
gen reisgezel te voorzien. Het ware te wen
schen dat onze Vlaamsche Toeristenbond,
met zijn meer dan 100.000 leden, de ver-
spreiding dezer boekjes in handen nam.
Uit onze Pen. Maandblad voor de School-
ieugd. Opgesteld en geïllustreerd door
jongens en meisjes. Leiding . Evarist Wou-
ters. Abonnement : fr. 7,50 per jaar.
Toen. voor twee jaar. het Bureau Interna-
tional de l’Education, ons een paar vragen
ter beantwoording voorlei, moesten wij op
één al zeker ontkennend antwoorden : Be-
staat in uw land een tijdschrift uitsluitend
door kinderen opgesteld.
Na ’t verschijnen van «Uit onze Pen»
zou ’t antwoord dus - gelukkig- anders kun-
nen b'iden. Daarom ook roepen wij dezen
eersteling een blij welkom toe.
Wii zullen natuurlijk afwachten wat het
worden zal, maar wij bekennen graag dat
het eerste nummertje er wel prettig uitziet,
al biedt et boektechnisch gesproken weinig
stevigs aan Zeker was ’t inlasschen van li-
noleumsneden van leerlingen (vele jongens
kennen stellig Joris Minne’s Transatlantie-
kerll ’t resultaat van een goeden inval. Wj;
houden er ons van overtuigd dat het illustre-
ren van de vertellingen à la Bolletje b.v., de
geschiedenis volgend op den voet, de jeugd
moet leeren zien en denken en scheppen.
WeUicht ware deze dvnamische methode nog
te verkiezen boven de statische, die thans
de voorrang kreeg.
Zaak is nu. dat de leerlingen werken, en
de leiding achter de schermen blijft : alle
schoolschheid bant, en dat de fantazie vrijen
teugel krijgt. Moeilijk zal ’t wel wezen om
het verbeterend potlood uit de zinnen te hou-
den. en toch taal-opvoedend tewerk te gaan!
De taak. die de leiding zich hier stelt, weegt
zwaarder, dan hij denkelijk wel zelf gegist
heeft... want hij zal ook moeten onderscheid
kunnen maken tusschen eigen werk, gecorri-
geerd werk, ingeblazen opstel, enz.
Omdat wij ’t goed meenen met het plan,
veroorloven wij ons een opmerking: er moet,
kost wat kost, volle aandacht gegeven wor-
den aan ’t scheppen van een kinderlijke om-
gangstaal. De leider moet de boekentaal
waaraan onze schooltaal lijdt, en die wij hier
zien doorbreken, kunnen weren. Niets spon-
taans b.v. heeft een zin als : «Gogo zal U
niet opeten, hoor !». Primo, «hoor» hoort
niet thuis bij * «U», en JJ hoort niet thuis
onder-kinderen. Secundo: Er zit een school-
stok in de keel van die gasten! Ofwel «.en
lenige omgangstaal... ofwel in ’t dialoog-ge-
deelte dialect. Zoo vinden wij bijvoorbeeld
ook de zoo zware vormen van mee (me de);
hun (hunne), waa • alle taalgeleerden
bewezen hebben, dat de omgangstaal - en
daarnaar de geschreven taal - den kortsten
weg zoekt, en God zal ’t beteren, maar de
vervloekte zin « eindelijk was de zoozeer
verlangde dag aangehroken» steekt weer zijn
neus in ’t hok. Is ’t stelonderwijs nog altijd
daar aan toe ?
Bezwaren van paedagogischen aard hebben
wij tegen de rubriek : «Kinderboeken» zoo-
als die hier wordt opgevat. In een tijdschrift
als dit mag enkel aangekondigd worden wat
goed is op boektechnisch en paedagogisch
en artistiek gebied. Hier moet de leider lei-
der blijven en een h o o g kriterium stellen.
Minderwaardig werk mag niet eens worden
vermeld of ontleed (de redenen kan de lei-
der wel gissen!). Welnu, als het tijdschrift
afhankelijk blijft van wat de uitgevers zen-
den, dan is de leider, zedelijk tegenover de
uitgevers, verplicht, al wat hij ontvangt
te bespreken. Boekbesprekingen in «Uit onze
Pen» mogen niet afhangen van de toevallige
«vrijgevigheid» van firmanten. De leider moet
het schip, of liever z ij n pen, door een g e-
kende wereld sturen : terwijl - - althans
wij hebben de indruk dat het geschiedt - het
censeeren door kinderen een gevaarlij ï
spel wordt! Het is zeker eigenaardig, en zelfs
meer dan dit, te weet' te komen ho e kinde-
ren reageeren op lectuur, maa.... dat men
dit dan faeproeve aan de hand van gevestigd
werk, en de «dicheetjes» over de haag smij-
te. Neen: dat is niet in den haak; terwijl
wij ook wel een beetje beangstigd staan te-
genover het «opzetten» van kinderen. De
pretentie is de moeder van de aanstellerij,
you know !
Dat de inkt nu maar rijkeliik vloeie.
Voor Moeder en Kind. Maandblad. Eerste
jaargang, nr 5. 15 Juli 1931.
Inhoud: Dr Van de Putte, Sociale genees-
kunde bij de scholieren; A, V. S. : Opstellen
van onze kleintjes ; Dr van Oye : Over het
liegen bij kinderen ; A. V. S- : Iets over vita-
l86 |