Full text |
'Sy
sche 4e graad-scholen, aangepast aan het
programma van den Raad voor Verbetering
van het technisch onderwijs in Henegouwen.
Het is een inleiding tot een kennis die van
nut is voor alle vakken. Door zijn eenvoudi-
ge uiteenzettingen en verklaringen is het
werkje ook geschikt voor zelfstudie.
Ognjow Nicolai : Kostja Rjabtsew op de uni-
versiteit. Vert, door S. van Praag. Den
Haag, Servi re, 1930, 339 blz.
Een zeer interessant boek, waarin bijna
dag aan dag het leven van een Russiese
volksjongen aan de middelbare school, later
aan de universiteit, in zijn eigen dagboek te
volgen is. Zeer speciaal zijn de verschillende
typen, waarmee hij in aanraking komt: van
de leraar af, die geen houvast meer heeft
bij de intellectuelen van voorheen en rond-
zwalpt, bijna van armoe omkomt tot hii
eindelik de dorpers gaat voorlichten en hel-
pen; tot de herder toe, die ’s Zomers wat
verdient en ’s "Winters aan de universiteit
studeert, op de boulevards slaapt, zonder
eten rondloopt om zich toch maar te kun-
nen ontwikkelen.
Met interesse gaat men na in hoeverre
het materialisme alle gevoel uitschakelt en
het hele leven met al zijn problemen zake-
lijk en objectief oplost en beoordeelt. Een
boek van de nieuwe tijd.
Otten, Dr J. F.: Amerikaansche filmkunst.
70 blz. 32 ill. Omslag van Piet Zwart.
Rotterdam, W. L. en J. Brusse’s Uitg. Mii
N. V., 1931. fl. 1,75
(bij inschrijving op de reeks van 12 mo-
nografieën, fl. 1,50 per deel).
Dit is nr 7 van deze belangwekkende en
prachtig uitgevoerde reeks. De Noord-Ame-
rikaansche filmindustrie is de grootste der
wereld en beheerscht de wereldmarkt. Van
deze belangrijke industrie geeft de schrijver
een uitvoerige karakteristiek en beschrijft hij
de krachtige technische organisatie, zonder
haar voor welverdiende critiek te sparen. Hij
bespreekt achtereenvolgens : «Het appa-
raat» - «Filmbevrijding» - « Karakteristiek
van de Amerikaansche Film» - «Andere pers-
pectieven» - «Enkele opmerkingen over de
«Amerikaansche geluidsfilm», en trekt ten
slotte zijne «Conclusie».
De goedgekozen, fraaie foto’s uit beroem-
de filmen, welke de merkwaardige studie il-
lustreeren, verhoogen het aantrekkelijke er-
van.
Pauwels, François : Morgen, 86 blz. Amster-
dam, N.V. Em. Querido’s U.M. ,1931.
fl. 4,90
De dichter Pauwels is ons minder bekend
dan de prozaschrijver van «Boeven en Bur-
gers», «Tine Kipra’s echtscheiding», «De la-
chende Beklaagde» en «Ambtsgeheimen».
Reeds lang geleden heeft hij zijn «Verza-
melde gedichten» uitgegeven en nu verrast
hij ons weer met een sonnettencyclus «Een
dag van Leugen», waarvan het eerste boek
«Morgen» heet. Het werk zal bestaan uit
drie boeken, waarvan «Strijd» en «Scheme-
ring» later volgen.
In afwachting dat het volledig werk ons
zal toelaten eenig oordeel te vellen, kun-
nen wij nu toch reeds onze bewondering uit-
drukken voor het vlotte en speelsche werk,
voor den frisschen Morgen waarmee het in-
zet. Het \vil zijn een openhartige biecht van
de kindsheid af. In het vers meent Pauwels
zich vrij en eerlijk te kunnen uiten. Morgen
«omvat de stemmingen der eerste jaren tot
den leeffijd waarop de maatschappelijke strijd
begint». «Dat deze stemmingen niet met de
regelmaat van kalenderdata op elkaar vol-
gen, maar soms plotseling grijpen in een
sfeer die eigenlijk tot een volgend deel be-
hoort bleek onvermijdelijk en is misschien
een fout, misschien een bekoring van de door
den dichter gekozen werkwijze.»
Het sonnet werd eens te meer gekozen
daar het «toelaat in een klein bestek een
grooten climax aan te brengen». Morgen
we rd geschreven van Zomer 1927 tot De-
cember 1930.
Een typisch voorbeeld?
Wie ?
Wie zal mijn vrouw zijn, moeder van mijn
(kind,
Wie zal de lamp in ’t rustig huis doen
schijnen,
mijn vingers tasten om de lieve lijnen
van een gezicht in eerlijkheid bemind,
wat morgenzon aan vriend lijke kozijnen,
een eigen hof met helder kiezel-grint,
een kleine kamer waar de vrede spint
en alle zorgen die in t niet verdwijnen...
Dit is de droom van een gelouterd leven,
de haven waar we veilig binnendreven,
de wind ging liggen en het werd heel stil...
o, zeg mij, noodlot, ben ik uitverkoren,
is zulk een heil mijn twij PI end hart beschoren
of lacht gij schamper om mijn kranken wil .
Pauwels, Willem : Het Testament. Guitig
spel in één bedrijf. 48 blz. Wenduyne,
Palmer Putman, 1931.
Als nr 4 verscheen dit tooneelspel in de
Fontein-serie.
Met de hulp van den notaris en zijn huis-
knecht ontmaskert een grappige rijke oude
heer zijn hebzuchtige neven.
Het spel voor 5personen; mannen; is be-
doeld als patronagespel.
Persijn, Dr J.: Albertine Steenhoff-Smulders
en Marie Koenen, 188 blz. Leuven, Da-
vidsfonds, 1931. k- 25,
180 |