Full text |
In 1971 werd ook reeds begonnen met "Cataloging in Publication” (1); midden 1974
bevatten de MARC-banden reeds de CIP-gegevens van meer dan 30.000 titels, afkomstig
van ca. 650 uitgevers. Anderzijds is het project om retrospectieve bibliografische gegevens
om te zetten in machine-leesbare vorm d.m.v. een "format récognition program (2) zo
succesvol verlopen, dat deze techniek in 1972 ook voor de invoer van lopende gegevens
werd aangenomen.
In maart 1974 hadden 74 organisaties een subscriptie op MARC-banden, maar daarnaast
waren er naar schatting ca. 1500 secundaire gebruikers.
De MARC-gegevensbank werd opgenomen in die van andere organisaties. Ze is vervat in
de LIBCON-bank van Information Dynamics Corporation (Reading, Mass.), die in ons
land kan geraadpleegd worden via het telecommunicatienetwerk TYMNET, en vormt een
belangrijk bestanddeel van de OCLC-gegevensbank.
Het OCLC (Ohio College Library Center) werd in 1967 opgericht om met behulp van
een computer-systeem (3) een grotere coöperatie tussen de academische bibliotheken
in Ohio tot stand te brengen. Later werden ook andere bibliotheken toegelaten en in
november 1974 vormde het door middel van een computer en 9 telefoonlijnen een netwerk
van 265 bibliotheken (met 358 terminals).
In die bibliotheken kan men via een terminal (4) de gegevensbank ondervragen, de
benodigde titelbeschrijvingen voor eigen gebruik aanvullen met locale gegevens (signatuur,
aantal exemplaren, classificatie,...) en van dit alles gedrukte cataloguskaarten bestellen.
Deze kaartjes krijgt men dan vanuit Columbus in voorgesorteerde pakjes, zodat het inlassen
in de eigen catalogus vergemakkelijkt wordt. Is een titel nog niet aanwezig in de
gegevensbank, dan kan men hem er zelf inbrengen en weerom gedrukte kaartjes vragen,
dan nog komen heel wat manuele activiteiten te vervallen : typen van verdubbelingen,
proeflezen, kaartreproductie en sorteren voor het inlassen.
Vermits op de terminal ook de kenletters van de bezittende bibliotheek of bibliotheken
verschijnen, wordt ook het interbibliothecair leenverkeer via dit systeem gestimuleerd.
De OCLC-gegevensbank bereikte in november 1974 haar miljoenste bibliografische record-
Ze omvatte toen 2,6 miljoen boekexemplaren, waarvan 400.000 uit de Library of Congress,
terwijl de rest van de gegevens was ingevoerd door de bij het systeem aangesloten
bibliotheken (5). Deze catalogiseren per maand gemiddeld meer dan 60.000 titels;
(1) De uitgever die een bepaald werk wil publiceren, zendt vooraf een drukproef aan de Library of
Congress ; daar wordt een titelbeschrijving gemaakt zonder de gegevens die nog kunnen veranderen
(jaar van uitgave, aantai bladzijden...) ; die beschrijving (incl. onderwerpsbepaling) wordt dan op
de copyright-bladzijde gedrukt, zodat de bibliotheken die de publikatie verwerven deze met minder
kosten kunnen catalogiseren en sneller ter beschikking stellen van de gebruiker.
(2) Hierbij wordt een deel van het identificatie- en codeerwerk dat normaal vóór de invoer van een
titelbeschrijving dient te gebeuren, door de computer zelf uitgevoerd op basis van bepaalde woorden,
leestekens etc. die in de conventionele titelbeschrijving voorkomen.
(3) Van de zes voorziene subsystemen was bij ons bezoek enkel de ”on-line union catalog and shared
cataloguing” operationeel ; een tweede, "sériais control” zou het weldra worden. De andere vier
betreffen technische verwerking, interbibliothecair leenverkeer, circulatiecontrole en ontsluiting naar
onderwerp.
(4) Schrijfmachine of beeldstation (scherm met toetsenbord), waarmee de catalograaf via een telefoonlijn
ais het ware een dialoog kan voeren met de computer.
(5) Door hun inbreng waren er eind juni 1974 titels opgenomen in 135 talen (87,67 % Engels, 3,73 % Duits,
3,61 % Frans, 2,47 % Spaans ; Nederlands kwam op de negende plaats met 0,16 % of 1521 titels) ;
ze voerden ook meer oudere titels in dan de Library of Congress.
52
/ Bibliotheekgids — Jg. 51 — Nr. 2 — 1975 |