Full text |
één beeld te ontwerpen, zulk een geschie-
denis te schrijven, zou eén uitgebreidheid van
kennis en ’n omvattingsvermogen vereischen,
grooter dan waarop ik aanspraak zou kun-
nen maken. Al wat ik in het verleden heb
pógen te doen, is enkele trappen te bestu-
deeren van 's menschen ontwikkeling, al wat
ik in het huidige werk heb beproefd, is de
rësultaten van mijn onderzoek als het ware fe
kristalliseeren tot een lens, dié den lezeT ee-
nige oogenhlikkelijke glimpen kan geven
van den langen tocht der menschheid op
haar stijgenden Weg van wildheid tot be-
schaving. De opmarsch gaat nog voort en
zal ongetwijfeld zonder oponthoud blijven
voortduren, wanneer wij zelf zijn heenge-
gaan. Zijn bestemming is onbekend, verbor-
gen in de nevelen der toekomst.
Deze reusachtige bijdrage tot de bescha-
vingsgeschiedenis, als standaardwerk geroemd
heeft «menigeen een nieuw levensinzicht en
een nieuwe levensrichting gegeven».
Een boek dat ons verrijken moet, een boek
dat we niet kunnen missen.
Goris, Dr J. A.: Antwerpen. Antwerpen, De
Sikkel, 1930.
Een statistisch handboekje over de jaren
1918-1928 dat tal van wetenswaardigheden
bevat en dat alles op frissche en oorspron-
kelijke wijze voorstelt. Teekeningen van Jos
Leonard.
Guerin, Eddie : Vijftig jaren gevangenis.
Mijn leven als misdadiger. Nederl. bewerk.
van C- F- van der Horst, 327 blz. met
talrijke illustraties. Utrecht, W. de Haan
l929- . f. 3,50
Een boeiende, knap geschreven autobio-
grafie. De eens beruchte misdadiger ver-
schijnt m een barmhartiger licht. Hij is, als
zooveel anderen, een slachtoffer van zijn
omgeving, maar vooral van de harde wet
die ook den toevalligen misdadiger voorrijn
heele leven brandmerkt. Het bégrip der we-
deraanpassing is nog jong, het strafrecht
houdt te weinig rekening met erfelijkheid en
milieu. Het werk Van Guerin moet door elk
maatschappelijk werker worden gelezen en
ook de misdadigers kunnen er wat uit lee-
ren Guerin besluit zijn boek aldus :
«Ik ben mij volkomen bewust een levens-
vorm te vertegenwoordigen, die allerminst
navolgenswaardig is. Maar ik denk aan het
opkomende geslacht en indien de geschie-
denis van mijn leven ertoe mocht bijdragen
de hedendaagsche knapen diep te doordrin-
gen van de onloochenbare waarheid dat de
loopbaan van den misdadiger vroeg of laat
een rampzalig «„de moet nemen> ---------- dan
hebben mijn lotgevallen althans eenig nut
Ik heb gezegd wat mij op het hart lag en
hieraan heb ik niets toe te voegen. Mijn
wedervaren verhaalt, duidelijker dan met
woorden, het lot dat dengene te wachten staat
die in het kwaad v-olhardt. Vijftig jaren heb
ik verspild aan een levenswijze die bestemd
was niets anders dan leed achter zich te
laten. Indien ik den moed en de doortas-
tendheid die men mij nageeft, aan eenvou-
dig en degelijk werk besteed had, zou ik een
vermogend man géworden zijn:
En dit is de les die in dit boek vervat is.»
Heyting, Aug.: Het Rondeel. Den Haag, Luc-
tor et Emergo, 1930.
Een essay over het rondeel, de roos der
lyriek, in zijn velerlei vormen en hun ont-
staan. Wellicht de eenige meer volledige stu-
die die jaren geleden in "De Kunst" ver-
scheen en nu binnen het bereik van velen
wordt gebracht. De bekende dichter heeft
ons reeds vroeger «Het Boek der Sonnetten»
geschonken, gewaardeerde bloemlezingen be-
zorgd en door dit boekje weer bewijzen ge-
leverd van belezenheid en smaak.
Lagasse, Lode: Kukeleku, teek. v. Godelieve
Thuysbaert, 5 1 blz., Brugge «Excelsior».
fr. 6,—
Eenvoudig en vloeiend geschreven verha-
len van de fratsen van een jeugdigen spits-
fielt, die toch een braaf jongetje was.
Lambrechts, Floran: Pallieterjanus. Antwer-
pen. De Witte Wolk, 1930. fr. 12,—
Pallieterjanus, zoo komt gij uit de werken
van Erckmann-Chatrian gewandeld. Paral -
leel tusschen Erckmann-Chatrian en Timmer-
mans. Een eigenaardig werk van een debu-
tant wiens naam wij moeten onthouden.
Luns, Huib.: Tien wandelingen in Venetië,
Havenna en Padua, met teekeningen van
den schrijver en 60 fotografische repro-
ducties, 1-2 2 bl. Rotterdam, W. L. en J.
Brusse’s U. M. 1929.
Dit werkje is een zeer practische gids
voor heri die deze kunststeden wenschen te
bezoeken en voor hen die ze niet kunnen
bezoeken, een prachtige gelegènheid om ze
toch te leèren kennen. Het geeft op onder-
houdende wijze een menigte historische bij-
zonderheden en suggestieve kunstbeschou-
wingen. De duidelijke illustraties vullen het
werkje op gelukkige wijze aan en een regis-
ter verhoogt het practisch nut.
Looy, Jacq van : Nieuw proza. Leiden, A. W.
Sythoff, 1929. fl, 2,50
Nieuw Proza was pas verschenen toen de
grootste en meest bescheiden Nederlandsche
36 |