Full text |
1
prozaschrjver door de dood gèkust wérd. Al
de hoedanigheden die algemeen geroemd
worden, de fijnheid en de innigheid die het
werk van van Looy steeds . eigen zijn, tref-
fen weer in zijn jongste werk.
Querido schreef terecht: Hij is ons aller
beeldende meester, groot ,rijk, monumentaal, ’
machtig en levenswijs. . Tien pagina’s van
zijn scheppend werk beteekenén meer dan
al de essays tezaam, die de, laatste vijftig jaar
in Holland geschreven -zijft;
Margadant, S* W. F. : De Wereldlitératuur
Den Haag, J. Philip Kruseman, 1929.
fL 8.75 .
Een geschiedenis der letteren, geïllustreerd
met ruim 200 portretten en platen, ruim
575 blz. druks, voorzien met een inleiding
van Dr J. .L Walch.
Een uitmuntende vraagbaak voor de open-
bare bibliotheken.
De inhoudsopgave is leerrijk. Een blik op
de oude literatuur van Egypte en het Oos-
ten, van Indië, Israël, Griekenland en Ro-
me, Perzië en Arabie. De 'literatuur van de
kerk en het ridderschap, de middeleeuwen
en. het Germaansch verleden. De Renaissan-
ce in Italië, Frankrijk, Spanje en Portugal,
Engelaiid, Duitschland en de Nederlan-
den. De nieuwe tijd in Europa tot aan den
drempel van dezen tijd en als slot een over-
zicht van de Oost-Àziatische literaturen. |
Wat was de bedoeling van den uitgever?
Onze gejaagde tijd laat voor dé meeste
menschen geen gelegenheid om zich in dé
werken der grpote auteurs te verdiepen; zeer
velen echter zouden toch gaarne wat nader
met verschillende onder hen kennis maken.
Hoe vaak leest en hoort inen niet namen van
groöte schrijvers, die men niét thuis kan
brengen, maar waarvan men toch, zoo gaarne
wat meer zou willen weten. Ons werk geeft
U hiervoor uitkomst, een uitgebreid register
vergemakkelijkt het naslaan en men zal zel-
den tevergeefs iets zoeken wat men weten
wil. Uitdrukkelijk zeggen wij: ons werk wil
geen geleerd boek' zijn. Hoewel zij, die stu-
die van de letterkunde maken, stellig met
vrucht het boek zullen raadplegen, .is het
toch speciaal béstemd voor de zeer velen die
naar een betrouwbaren gids in het labyrint
der véle groote buitenlandsche auteursna-
men zoeken.
Aan de knappe inleiding van den bevoeg-
den Dr Walch zouden wij gaarne heel wat
ontleenèn ingeval de plaatsruimtè hier niet
zoo krap was uitgemeten. Terecht wijst hij
op het te kort aan tijd van den modernen le-
zer om zich te verdiepen in het^ verleden
waar de producten van eigen tijd, hem voort-
durend bezig houden. Daaróm alleen reeds
is het boek van den heer v Margadant zoo
welkom, zoo' onmisbaar. Het zou aanvanke-
lijk een bewerking zijn van Wieigler’s alge-
meerie literatuurgeschiedenis, maar «de geest
voer weténschappelij ke' eritïek en zelf stam
dig onderzoek bracht hem weldra tot ver-
wijdering van het voorbeeld».
Zoo heeft hij «een aangenaam leesbaar
en betrouwbaar boek . geschreven, dajt wel
in de eerste plaats als «Nachschlagebuch » -
zal dienst doen, maar' dat toch ook,, eri dat
ook wel zéet door de verlokkende illustraties,
welke' de uitgever wist te verwerven,, telkens
lokt tot voprtlezén, tot kennismaking met
belangrijke stroomingen en groote figuren,
welke stèeds met de wetenschappelijke liefde
tot de waarheid-boVén-al, welke den schrij-
ver kenmerkt, zijn geschetst. Ik heb dit boek
zien worden, en ik heb den schrijver bewon-
derd om zijn -onuitputtelijké werkkracht en
de taaie volharding, waarmee hij vasthield
tot hij wat onder zijn aandacht was gekomen
had overzien en tot zijn eigendom gemaakt..
Hij heeft een reuzewerk verricht, waarvoor
ik h&m van harte mijn eerbiedige bewonde-
ring betuig.» -
.Een werk dat niet af is;, en... dat nooit
afkomt... Mógen vele nieuWe drukken staag
de gelegenheid tot verbetering en aanvulling
geven, hoopt Dr Walch.
Moge dit onmisbaar boek een ruime ver-
spreiding vinden pm schrijver en uitgever
te loonen, maar ook om duizenden te helpen
aan de algejmeene en èssèntieele gegevens
over stroomingen en schrijvers der wereld-
letterkunde.
Moller, Et H. W. E. : Beknopte geschiedenis
van de Nedérlandsche Letterkunde, 416 blz
Tilburg, Het Nederlandsch Boekhuis, 1928
Dr. Moller was het er, naar eigen belijde-
nis, niet om te doen, verzen en proza te
verzamelen met fraaie verbeelding en aan-
gename geluidsrhytmiek. Achter dè. woord-
kunst houdt zich de merisch schuil, dien
zoekt de auteur op. En in de menSchelijke
uitingen is niet dé fraaie vorm naar buiten
belangrijk, doch de geestelijke wezenlijkheid.
Volgens deze beginselen toonde Dr Muller
dan ook de ontwikkeling van de Nederland-
sche letterkunde aan. Het is een zeer om-
vangrijk traktaatje dat niet alleen de .ge-
schiedenis van onze letteren omvat, doch te-
vens met zorg,-gekozen uittreksels bevat uit
specimen van 'éigen taalbloei; wat de mo-
derne schrijver^ betreft: we'hadden hier Wel
graag een paar önbeteekénende katholieke
schrijvers vervangen gëzien, door misschien
minder geloovige doch talentvoller auteurs:
37 |