Full text |
Inwijding der kathedraal
Herneming en regeling der kerkelijke diensten
1802
Den 16° mei 1802 is onze kathedraal ingewijd door den
eerwaarden heer Seerwaert, plebaan, ‘s morgens ten vijf
ure, Voor dezen dienst heeft men aan de groote kerkdeur
gesteld: eene tafel met een kleed op en een schotel met
zout, eenen tob met water om te wijden en de muren van
de kerk van buiten te besproeien; eene tafel aan den autaar
met een kleed op en eene schotel met assche en eene met
zout, een fleschken met wijn en eenen eemer met water voor
de wijding van binnen. Op ieder tafel lag een wijwaterbor-
stel van hysope voor de besproeiüing der kerk.
De wijding is geschied op de volgende manier: Eerst
is het water gewijd aan de groote deur en dan is de kerk
van buiten besproeid. Dan heeft men een tapijt gelegd met
twee kussens voor den autaar om de wijder te laten knielen,
tijdens de litanie van alle heiligen, die met andere psalmen
en versen is gezongen. Vervolgens heeft men aan den autaar
het water, den wijn, de assche en het zout gewijd en dan
ondereen gedaan om de kerk van binnen te besproeien, het-
welk driemaal is geschied. Daar zijn bij geweest: vier muzi-
kanten, serpentist, kapelanen, drie kleine kanunnikken, twee
assistenten met koorkappen en twee cantors met koorkap-
pen, de wijder ook met eene koorkap in het wit en de
twee kosters om het wijwater te dragen. Na de wijding
is de mis in faux-bourdon gedaan, ten tien ure de groote
mis met muziek door den plebaan van Bombergen van
het noordkwartier, en ten vijf ure het lof ook in groot
muziek door den plebaan Seerwaert. Deze twee missen
alsmede het lof zijn in het rood gedaan, vermits het de
feestdag was van den H. Joannes-Nepomuecenus.
Den zelfden dito, is het eerste lijk in de kerk geweest:
van den heer Willemsens; een kerklijk, afgezongen door den
heer Seerwaert met de kapelanen en flambeeuwen.
Den 18" dito is het eerste huwelijk in de kerk met eene
mis geweest: van den heer Schobbens en Maria de Keyzer.
De diensten zijn geregeld als volgt: op de zon- en heilig-
dagen ten tien ure de parochiemis, ten vijf ure het lof en
ten acht ure sermoon. Op de donder- en zaterdagen ten ze-
ven ure mis en ten vijf ure lof, op maandag na den der-
den zondag der maand, ten zeven ure mis voor de zielen
en ten vijf ure lof; den geheelen voormiddag lezende missen
van vijf ure tot half twaalf,
Den 26" juni is het kamervergadering bij den heer Cambier
geweest en daar zijn op geroepen, volgens hun verzoek, de vier
kapelmeesters van Venerabel kapel, te weten: de heeren J.B,
Lievens, G.-J. de Wolf, D.-J. van den Bemden en M.-E.
van den „Bogaert. Zij zijn met de kerkmeesters overeengeko-
men zoo hunne kapel in staat te stellen en aldaar den dienst
te doen als vroeger.
Den 24" juli is in onze kerk den eersten keer biecht ge-
hoord, |