Full text |
bibliotheekwezen, bibliothéconomie, journa-
listiek, druktechniek, boekdrukkers^ lezen
en boekenkeuze, enz. Belangrijk is ook,
vooral omdat dergelijke gegevens gewoon-
lijk over het hoofd worden gezien en aan
de aandacht ontsnappen, of althans in
soortgelijke katalogi toch maar heel zelden
worden vermeld, de rubriek « Fiction relat-
ing- to the book trade ». Anderzijds treft
echter het ontbreken van de titel van menig
eerste-rangswerk : bij « Libraries and libra-
rianship » zoeken we vergeefs naar de « In-
ternationale Bibliographie dés Buch- und
Bibliothekswesens », naar Burton and Vos-
burgh, naar de overzichten van de Ame-
rican library association ; bij « Paper and
board » missen we Labarre’s « Dictionary
of paper and paper making terms » en
« Les filigranes » van Briquet. Tal van an-
dere leemten zouden nog kunnen worden
geciteerd.
Globaal genomen, en mits het besef dat
het ten slotte slechts een katalogus van een
beperkt fonds geldt ën geen bibliografie,
blijkt het toch nuttig materiaal.
Tersteeg, J. : Mensen en manuscripten ;
herinneringen Van een qitgever. Leiden.
Leidsche uitgeversmaatschappij, 1947. 224
blz.
In de loop van een paar jaar konden, in
het Nederlandse taalgebied en wat de lite-
ratuur over boekhandel en uitgeverij be-
treft, reeds enkele opmerkelijke aanwin-
sten worden genoteerd. We memoreren
slechts de fijne boutade «Talking shop»
van J. den Haan, van wie reeds nieuw werk,
« Boeken en publiek », werd aangekondigd ;
de Nederlandse vertaling, «De uitgeverij
in haar ware gedaante », van het van een
overdonderende vakkennis getuigende boek
van Stanley Unwin ; het sobere relaas van
een sight-seeing in de werkhuizen van de
Wereldbibliotheek met J. C. Winterink als
cicerone. De opsomming zou kunnen voort-
gaan, Maar we willen hier eventjes wijzen
op de laatst gekomene in de reeks : « Men-
sen en manuscripten » van J. Tersteeg.
De auteur, lang geen onbekende meer, en
die, voor zover dat beoordeeld kan wor-
den zonder het oorspronkelijk werk ter ver-
gelijking onder de hand te hebben, even-
eens de knappe vertaling leverde van Un-
win’s « The thruth about publishing », stelt
hier, als uitgever, zijn herinneringen të
boek.
Deze herinneringen, bepaald persoonlijk
als ze zijn, —.. zie b.v. de belevenissen met
verschillende auteurs, die zich soms tot we-
reldhervormers, of profeten in den dop blij-
ken te ontpoppen —, geven aan het boekje
iets wàn een fantaisistisch, iets van een
« Spielerei »-achtig karakter. Maar ze be-
palen meteen ook de kring, waarvoor ze
werden opgetekend. Laat Unwin’s kompen-
dium reeds een grote voorkennis veronder-
stellen van de uitgeverij, met al haar ver-
schillende technische en organisatorische
problemen, en bijgevolg in de eerste plaats
bestemd zijn voor hen, die er hun werk-
kring in vinden (of hopen te vinden), daar
richt « Mensen en manuscripten » zich tot
de grote schare van boekenkenners en
-liefhebbers. Deze omvat zowel diegene,
welke dagelijks met het boek omgaan, afs
dë omvangrijke groep lezers-ontleners en
lezers-kopers : mensen voor wie het boek
méér is dan een gewoon gebruiksvoorwerp;
die van het boek als voorwerp én als dra-
ger van de geest houden, zónder daarom
doorwinterde bibliofielen of fanatieke bi-
bliomanen te zijn ; mensen tevens, die ge-
boeid kunnen worden door de betekenis en
de rol van het boek « an sich», in al zijn
verschijningsvormen, en wier belangstelling
uitgaat naar al wat er verband mee houdt,
naar ieder die er meer te maken heeft.
Het moge waar zijn dat Tersteeg’s aan-
merkingen over vertalingen en spellings-
kwesties, over de kunst van het lezen en
de noodzakelijkheid van het herlezen, over
veilingskatalogi, over de wens de mate-
riële vorm van het boek aan te passen aan
het praktische gebruik, e.d., niets meer be-
vatten dan algemeen erkende waarheden.
Maar de formuleringen en typeringen, hier
lichtjes dichterlijk, daar raak en wel om-
lijnd, en de grote diversiteit van die door
ieder geweten en gekende dingen geeft aan
het geheel juist een aparte aantrekkings-
kracht. Men zou zich mogelijk wel kunnen
afvragen wat het nut van dit kleine werkje
is. Dan dient het antwoord te zijn : de be-
klemtoning van de band die de uitgever
bindt met de gewone lezer, de auteur met
de bibliothecaris, de drukker met de man,
die prat gaat op zijn boeken-rijtje, de bin-
der met de bibliotheekbezoeker. En juist
dàt wordt maar al te veel over het hoofd
gezien !
L. S.
Inhoud van vaktijdschriften
DE GULDEN PASSER. — XV, 1-2. —
Ray NASH : The approach to printing as
an art in America. — J. JENNES : Hol-
landsche kunstinvloeden in Japan op het
einde der XVIIIe eeuw.HBF. VAN DEN
WIJNGAERT : De botanische teekeningen
in het Museum Plantin-Moretus. — M. A.
NAUWELAERTS : Bijdrage tot de biblio-
IM |