Full text |
1.3.1. Samenwerking tussen bibliotheek en onderwijs
Ongetwijfeld zijn er geheel nieuwe bibliotheekbehoeften in het
onderwijs ontstaan.
Dat zou allereerst een repercussie moeten hebben op de eigen school- en
klasbibliotheken. Nu hebben we niet bepaald de indruk dat men in ons
land, wat dat betreft, aan de spits staat. Maar nog aangenomen dat dit wel
het geval was — als men geen vergelijkingen maakt en geen survey-
onderzoek verricht zal men het nooit te weten komen dan nog zal dit
nooit de huidige behoeften kunnen voldoen. Dat is maar goed ook, want
de weg naar de openbare bibliotheek kan het best nog tijdens de
schooltijd, zelfs al vrij vroeg, worden geleerd.
Reeds in de vroegere basisschool waren er mooie voorbeelden van
goede samenwerking. Vaak bestonden er overigens persoonlijke verban-
den tussen school- en bibliotheekpersoneel. Het meest frequent was een
stuk promotiewerk ten voordele van de bibliotheek. Sommige onderwij-
zers en onderwijzeressen waren de tovenaars van het “verteluurtje”, in
vroegere tijden de zaterdagse beloning. Dat eindigde dan met de nodige
suspens. Het boek was ingeleid. De spanning zat erin. De leerlingen
konden het vervolg leren kennen door het boek in de bibliotheek te
ontlenen. In betere gevallen kon dit vertelwerk in de jeugdleeszaal van de
bibliotheek worden voortgezet en aangevuld. Het gebeurde wel eens dat
de leerlingen van een school, waar de “belangstellingscentra'’ in waren —
maar erg veel waren dat er niet — van een goed werkende openbare
bibliotheek konden leren gebruik maken om opzoekingen te doen. Dat
was alleszins een goede aanvulling, naast het plunderen voor knip- en
plakwerk, van alles wat men thuis aan krant en illustratie kon
bemachtigen. Voor sommige kinderen is de bibliotheek de enige mogelijk-
heid om documentatie op te zoeken.
Laat nu de schoolbibliotheek beter dan vroeger geëquipeerd zijn, gestof-
feerd door extra-ondernemingen als school-fancy-fairs en dergelijke, de
ehoefte om meer persoonlijk werk te doen, individueel en in groep, de
tendens om echt met “belangstellingscentra” en projectjes te werken,
wingen tot intensiever gebruik van de bibliotheek als geëigend documen-
tatiecentrum met een aangepaste jeugdsectie, ook voor naslagwerken.
Dat is uiteraard veel meer nog het geval voor het voortgezet onder-
wijs. Wie daar de onderwijsveranderingen volgt, zal begrijpen dat zelfs de
est uitgeruste schoolbibliotheek niet kan volstaan, om te voldoen aan de
behoeften aan documentatie en lectuur, in verband met opdrachten voor
persoonlijk werk en groepstaken, rond thematische units en interdiscipli-
naire projecten. Geen enkele schoolbibliotheek kan de actualiteit
Mit °U.en cfr' de tijdschriftenzaal in de openbare bibliotheek - en even
afsnr^n H , naslagwe[ken als deze instelling. Leerkrachten kunnen
afspraken maken met het bibliotheekpersoneel om de scholieren het
-N / Bibliotheekgids-Jg. 56 I-2 5]980 |