Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>leefden de menschen met hart en ziel, in geloof en hoop; de lucht was zuiver en de zeden rein; het leven geleek een beekje, dat zachtjes, in het bloemige gras, over blanke keitjes rolde. Thans leven de menschen met het hoofd of liever met het brein alleen, hun hart is dood, onzeker van de toekomst, kampen en strijden zij gedurig voor het dagelijkse.h brood, zonder een greintje van dit zalig gevoel in den boezem, dat den mensch aan de hardste beproevingen doet wederstaan. De lucht is verpest en de zeden verbasterd; het leven gelijkt thans eenen inktzwarten stroom die zijne golven hollend en dreigend naar eenen ijsselijken afgrond voert.</p>
<p>VRANCKX. Zoetjes, zoetjes, op uwe beurt, Jonker van Diepenbeke. Gij laat u door uwe liefde voor den ouden tijd vervoeren, en gij maakt het tegenwoordige al te bruin, en niet inktzwart te zeggen. Als gij het geluk van den mensch in de onverschilligheid, de onwetendheid en de zieleduisternis stelt, clan waren uwe zachtmoedige, deugdzame menschen gelukkiger dan het tegenwoordig geslacht; doch, gelooft gij dat de zedelijke ontslaving, de verspreiding der vrije gedachten, de ontwikkeling der kunsten en wetenschappen, het uitoefenen der staatkundige rechten, liet princiep van gelijkheid iets tot het geluk van den mensch kunnen bijbrengen, dan wordt uwe bewering door de gezonde rede vernietigt. Thans begint de mensch te gevoelen waarom hij leeft en wat zijne bestemming is; hij kent zijnen oorsprong, zijn doel, hij beseft zijne volle Waarde; de tijden van zedelijk voorrecht, begoocheling, vooroordeelen verdwijnen langzamerhand om plaats te maken voor de tijden van strenge waarheid en stellige gedachten. Deugd, kennis, talent, geest en verstand</p>
</text>
|