Full text |
van de encyclopedie geplaatst maar verschijnt in de vorm van randnoten in het
tekstgedeelte. Aldus boet de index in aan zelfstandigheid en leent ze zich hoege-
naamd niet tot grasduinen. '
Opvallend in deze encyclopedie is de bescheidenheid van het bibliografisch
apparaat ; vele artikelen hebben er helemaal geen. Degelijke bibliografische onder-
steuning lijkt nochtans onontbeerlijk voor een referentiewerk dat zich tot taak
stelt “to inform and educate” (p. m).
Een indrukwekkend aantal personen hielp mee aan de totstandkoming van dit
referentiewerk, nl. 363 auteurs uit 145 verschillende landen en 33 raadgevers uit
alle werelddelen. Om de graad van internationaliteit te meten, wordt hierna de
lijst der auteurs (pp. vii-xiv) nader onderzocht m.b.t. de geografische samenstelling
en de aard van de geleverde bijdragen.
Niet minder dan 55 % van de auteurs is werkzaam in Noord-Amerika (hoofd-
zakelijk in de VSA) ; West-Europa en Afrika delen de tweede plaats (elk 11 % ) ; 33
medewerkers (d.w.z. 9 96) zijn werkzaam in Centraal- of Zuid-Amerika en 25
(7 % ) in Azië ; aan de staart komen Oost-Europa en Australië met resp. 8 en 4
auteurs ; 12 medewerkers zijn moeilijk onder te brengen in dit schema. De
raadgeverskring vertoont qua geografische samenstelling gelijkaardige verhoudin-
gen : een Noordamerikaans overwicht en een - t.a.v. de overige werelddelen -
aanzienlijke Westeuropese en Afrikaanse vertegenwoordiging.
M.b.t. de aard van de geleverde bijdragen tekent zich grosso modo volgend
patroon af: de niet-Noordamerikanen schreven vooral landenoverzichten en
biografieën ; hun aandeel in de overige rubrieken is (zeer) gering. De auteurs,
werkzaam in Noord-Amerika (meer bepaald in de VSA) leverden veruit de meeste
artikelen i.v.m. de institutionele, theoretische, praktische, educatieve en onder-
zoeksaspecten van bibliotheek-, informatie- en archiefwezen ; daarnaast pleegden
ze nog menige bijdrage i.v.m. het uitheems bibliotheekwezen en verzorgden ze
vele biografieën.
Ten einde de ALA-encyclopedie beter te kunnen typeren, hebben we haar in-
houdelijk vergeleken met het Lexikon des Bibliothekswesens (Hrsg. H. Kunze und
G. Rückl, Leipzig, Verlag fur Buch- und Bibliothekswesen, 19742, 2112 kol.).
De landenoverzichten zijn in het Amerikaans naslagwerk uitgesproken descriptief
en vaak geschreven door een vooraanstaand bibliothecaris van het land-in-
kwestie. In het Lexikon, waaraan enkel Oostduitsers medewerkten, wordt in
dergelijke artikelen ook heel wat aandacht besteed aan de historisch-maatschappe-
lijke context van het landelijk bibliotheekwezen ; hieraan is de “Wertung vom
marxistisch-leninistischen Standpunkt” uiteraard niet vreemd.
In het ALA-werk zijn de biografieën meestal uitvoerig-substantieel. Het Duits
naslagwerk beperkt zich tot biografische nota’s van overleden, en op weinig uit-
zonderingen na, Europese personaliteiten ; deze beknopte bijdragen hebben een
signaletisch karakter. u
Evenzeer verschillend is de wijze waarop de bibhotheek(hoofd)types m beide
referentiewerken zijn behandeld. ALA biedt daaromtrent relatief zeer omvang-
rijke grondige en veelomvattende exposés, waarin bijna uitsluitend toestanden en
ontwikkelingen in vooral de VSA zijn beschreven. Dergelijke globale artikelen
ontbreken in het Lexikon, waarin de nadruk ligt op de typologie, het historisch
aspect en de toestand in de DDR.
Bibliotheekgids - Jg■ 59 - Nr. 2 -1983 / 127 |