Full text |
YSLANDSCHE LETTEREN
SIGURDUR NORDAL
De hedendaagsche Yslandsche novelle is over het algemeen de
zuivere voortzetting van de oud-Yslandsche vertelkunst die in de
familiesage zulk een scherpe karakterteekening en zulk een kern-
achtigen dialoog weet te geven. Leest men haar, dan krijgt men
denzelfden indruk als bij het lezen der middeleeuwsche verhalen : het
is of men meer luistert dan leest, of men de stem van den verteller
hoort. Soms is er in die stem een lichte huivering, soms plooit een
ironische glimlach den mond —• ironie heeft Ysland door alle tijden
heen bezeten —I maar meer merken wij niet van den verteller zelf,
de gebeurtenissen die hij verhaalt zijn hoofdzaak. Het zijn voorvallen
uit het eenvoudige Yslandsche leven, dat ui terlijk rustig voortgaat
en waar het verdriet zoowel als de vreugde met ingetoomd gevoel
aanvaard wordt. Het zijn beminnelijke verhalen, suggestief door sterk
beeldend vermogen, aantrekkelijk en boeiend, men leert er Ysland
en zijn bewoners in waarheid door kennen. Zoo was de kunst van
den overleden Jón Trausti, zoo schrijven nog (om ons alleen tot
enkele van de schrijvers die het Yslandsch getrouw zijn gebleven te
bepalen) Einar Hjörleifsson Kvaran, en Theodora Thoroddsen.
Nu verscheen in 1919 een bundel kleine verhalen die naast de
gewone novelle een reeks samenhangende prozastukken bevatte
waarin zich een nieuw element in de Yslandsche literatuur, een
nieuwe woordkunst openbaarde. Dat boek was „Fórnar Astir“
(vroegere liefden) en de brenger van dat nieuwe is geleerde en
professor : Sigurdur Nordal.
Sigurdur Nordal is wel een voorbeeld van de geestelijke kracht die
in de Yslandsche bevolking huist. Hij werd in 1886 op de plaats
Eyjolfstad in het Vatnsdal in het noorden van Ysland geboren, kreeg
tot zijn dertiende jaar geen onderwijs buitenshuis maar las en leerde
wat hij zelf wilde. Toen nam hij een jaar les in het latijn bij een
ouden predikant, den vader van Einar Kvaran en' kwam, veertien
jaar oud, op het gymnasium te Reykjavik, dat hij in zes jaar afliep.
Daarop werd hij student in Kopenhagen, studeerde Noorsche
filologie en wierp zich tegelijkertijd op buitenlandsche dichtkunst en
185
|