In deze recensie uit de Bibliogids van december 1946 wordt gesproken van de “onweerstaanbare aantrekkingskracht” van Het Dwaallicht. Dat de schrijver van de recensie bedenkingen heeft bij “zekere uitlatingen” en “zekere gedachten in dit verhaal”, neemt niet weg dat hij meent dat het verhaal “een niet geringe plaats in onze hedendaagse letterkunde [zal] innemen.”