Full text |
aan. Niet minder dan 75.000 exemplaren !
Een bundel die welkom zal zijn. Ook in het
schrijven van korte vertellingen toont hij Zich
een meester. Een anecdoot is soms voldoende
om een gaaf verhaal te schrijven. Lier en zijn
kroegjes, zijn kerken en zijn volkstypen levé-
ren de stof voor deze smakelijke bladzijden.
Onder de beste vertellingen € De Oranjebloè-
mekens », « Het geheim der Wilgen », « In ’t
Kruis, café chantant ».
Tref ois, C. V. : De plattegrondsvormen van
z.g. « Frankische » boerderijtypen en hun
geografische verspreiding in ons land. - I. -
66 blz. met een kaart en 16 afb. Uitgave
van den Bond van Oostvlaamsche Folklo-
. risten. ’ , - ' ~ fr. 10,-jH||j
Met deze bijdrage vangt de schrijver het
publiceeren aan van de uitkomsten van een
plaatselijk onderzoek naar de typen van Vlaam-
sche boerenhuizen. Dit eerste deel handelt over
de z.g. « Frankische bouwtypen en dé geogra-
fische verspreiding van : 1e de langgeveltype;
2e de hoeve in verspreide orde ; 3e de hoeve
in aangesloten orde.
In de eerste plaats toetst de schrijver al wat
geschreven werd over onze boerenhuizen en
wijst op de talrijke tegenstrijdigheden, welke
daarin gevonden worden. Dan deelt hij mede
welke nieuwe gegevens zijn onderzoekingen op-
leverden en besluit op grond van zijn onder-
vinding dat met het geven van historische
benamingen aan boerenhuistypen, maat moet
gehouden worden.
De studie is van veelzijdig belang. Niet al-
leen folkloristen maar ook historici en bouw-
kundigen zullen dankbaar gebruik maken van
de talrijke nuttige inlichtingen -die Zij bevat.
Trotsenburg, B. J. van : Hoe leer ik schaken?
3e herziene druk. 63 blz. met 38 diagram-
men (Weten en Kunnen, nr 44). A’dam,
Kosmos, 1933. fl. 0,75
Voor dit moeilijke spel biedt het boekje
een uitstekende inleiding. Het geeft naast de
spelregels een aantal eenvoudige voorbeelden
ter illustratie ; bespreekt de méést gebruike-
lijke openingen, middenspel, eindspel, en geeft
tenslotte een ontleding van de beroemde Spaan-
sche partij. De auteur is zeer goed geslaagd
in zijn bedoeling « eenig denkbeeld te geven
van het karakter van het schaakspel». Een
onmisbaar boekje voor den beginneling.
Tulkens, Julia : De liedjes van Hilda, 7 7 blz.
Leuven, "Kunst bij Kaartslicht, 1933.
De jonge dichteres van .« Heibloempjes »
heeft hier een reeks kinderversjes verzameld dié,
lief en simpel, zeker ingang zullen vinden bij
de jeugd. Wij bezitten zoo weinig op dat ge-
bied dat wij dankbaar elke poging begroeten om
in het te kort aan kinderliteratuur te helpen
voorzien.
Verhoog, P. : Schipper Willaert, 301 blz. -
Rotterdam, W. L. en J. Brussê, 1933.
fl. 3,90
Over Verhoog, de schrijver van zeeverha-
len, hebben wij reeds keer op keer geschreven.
Ditmaal put Verhoog in het glorievol ver-
leden. Een bladzijde-inleiding waarschuwt ons:
Al treden enkele historische personen als ne-
venfiguren op, dé hoöfdkarakters zijn geheel
gefingeerd, evenals de loop van het verhaal :
een Odyssee van het ras waaruit wij Neder-
landers zijn voortgesproten, doch geschiedkun-
dig onpersoonlijk als het graf van den Onbe-
kenden Soldaat.
De zeventiende eeuw ! Reisbeschrijvingen
hebben den schrijver gedocumenteerd, eü niét
minder de beschouwing van schilderijen, gra-
vures, prenten, scheepsmodellen enz. Meèr dan
een Nederlandsch auteur koos de zeventiende
eeuw als wondervol décor voor zijn Wèrkj zoo
Theun de Vries met Rembrandt, A. van Schen-
del met Jan Compagnie en J. Slaüerhóff niet
zijn tooneelspel Jan Pietersz Coen.
Wessem, Constant van : De vuistslag, 225 blz.
Amsterdam, P. N. Van Kampen- en "Zoon,
1933. fl. 2,90; geb. fl. 3,75
De schrijver van « Lessen in Charleston »
en van de historische, geromantiseerde levens-
beschrijving van Daendels, den Hollandschen
generaal van Napoleon, heeft een kleine ge-
beurtenis tot een vrij omvangrijk verhaal uit-
" gesponnen.
Een bedrogen echtgenoot straft defl \nend
van zijn vrouw met een. slag in t gelaat...
De drie menschen hebben tijd in overvloed
om te overpeinzen en hun levensdagen verder
te bederven. De minnaar zoekt elders troost ;
de vrouw verlaat het huis en de man vindt
pas rust nadat zijn tegenstander hem ook èen
klap heeft gegeven. Dan drinken ze samen
een glas cognac..-.
Schijnbaar Staat dit verhaal buiten dezen
gedrukten tijd. Maar niet zonder inzicht hééft
de schrijver op den achtergrond rumoer Van
de sociale conflicten laten op'kllnken.- Déze
geblaseerde menschen, evenals de werkloozen,
staan in den ban der beklemming, die ons allen
omvat houdt.
Weyfs, Staf : Colétje en Bèlleke, 95 blz. Leu-
ven. Davidsfonds, 1933.
Een vlotgeschreven dorpsnovelle vaü den
jongen katholieken verteller. Twee zusters op
leeftijd, twee kwezels beminnen een ouden
jongman, Rikus. Belleke heeft zijn gunst ge-
wonnen en vrijt in stilte met den lustigen vént.
Zij gaan samen naar Schêrperiheuvel en drin-
ken een glaasken te veel bij het huiswaarts
keeren. Coletje die begijn wil worden ontdekt
. het portret van Rikus en is zeer boos.- Wan-
107 |