Full text |
grafiese werken, die over speciale vakken
kandelen, nog eens naar ket stamland te
verwerken : een Duitse bibliografie over ge-
neeskunde bv. zal tock steeds een meer Duits
tintje vertonen, dan yt zij gelijk welke an-
dere. Deze toevoeging kou dan meteen de
nationale bedrijvigheid in ’t lickt stellen, en
aansluiten bij' de «allgeméine nationale Bibliö-
grapkien
Men kan ziek tock maar gelukkig achten,
dat in deze sombere zenuwachtige tijden, nog
lust 'aanwezig - gevonden wordt om dergelik
zwaar werk met taaien moed te volbrengen.
Men leert er meteen uit, koe men in alle lan-
den en sekier in alle^ vakken, te wege is —
en de boekenproductie eist ket ook zo —ket
bezit en de aangroei te inventariseren naar
overzicktelike vormen. 'Wij wensen uitgever
en samensteller vastkoudende belangstelling
toe, opdat de finantiele mogelikkeden ver-
zekerd zouden blijven, die de basis vormen
tot dit recapitulatieve kop-werk in ket vak.
Met genoegen zij kier vastgesteld, dat de
Vlaamse bibliotkeearis niet tevergeefs naar
Arents’ en Roemans’ werk zal . zoeken. De
Seyn’s biografiese auteursbibliografie wordt
eveneens vermeld. Er zij op gewezen dat
A. Esdaile, de secretaris van The Britisk
Museum zo pas de -tweede band liet verschij-
nen van zijn kritiese bibliografie van ket
Sckrift- en Boekwezen «Tke Year’s Work in
librarianskip» lopende over 1929. Vorstius
Internationale Bibliografie des Buch- und
Sckriftwesens» staat al wel verder. Toch*, wijst
ook deze publicatie van een zo ijverig man
als Eédaile op de bizondére belangstelling
voor de boekstudie in ket Britse, rijk.
Kirckner, Joackim : Die Grundlagen. des
deutseken Zeitschriftenwesens mit einer
Gesambibliografie der- deutseken Zeit-
sekriften bis zum Jakre 1790. Zweiter Teil:
Die Bibliographie der deutseken Zeitschrif-
ten bis zur Französiscken Révolution. Sta-
tistische Ergeb hisse. 347 bl. - Leipzig,
Karl W. Hiersemann, 1931. RM. 46,—
Bij de bespreking .van ket eerste deel van
dit werk (B.G. 1928, blz. 94-95), hebben
we ket cultuurhistorisch belang aangeroerd
van ket thans verschenen deel, de eigenlijke
bibliografie, als spiegel niet enkel van de
letterkundige en wetenschappélijke productie,
maar ook als index voor de cultuurcentra.
Uit deze bibliografie welke 3494 tijdschrif-
ten omvat heeft Kirckner de kwintessens ge-
kaald en neergelegd in zijn Statitiscke Ergeb-
nisse. Zijn conclusies zijn zeer belangwekkend.
We willen ze kier beknopt weergeven. De
stof is ingedeeld in tien tijdsgroepen : de
eerste omvat al wat verscheen vóór 1700, de
overige 9 zijn telkens perioden van tien jaar.
Bij ket overzicht van ket aantal der versche-
nen tijdschriften blijkt dat vooral de periodes
1771-1780, 1781-1790 zeer vruchtbaar zijn.
Gedurende de laatste periode verschenen 1225
tijdschriften. Als vergelijkingspunt kan dienen
dat gedurende de heele 18^ eeuw in ket
ganseke Britsche Rijk slechts 846 tijdschriften
verschenen.
Het zwaartepunt der productie ligt in
Noord- en Midden-Duitschland, ket protes-
tantsck gedeelte, zoowel voor ket aantal als
voor de kwaliteit. Aan ket hoofd staat Leip-
zig (438), dan volgen Weenen (238), Ham-,
burg (226), Berlin (224), Frankfurt a/M.
(196), Halle (131), Nürnberg (111).
Een algemeene systematische statistiek
geeft inzicht in den aard en ket aantal van
de in elke periode verschenen tijdschriften,
terwijl een systematische statistiek van de
grootste Uitgeyerssteden een kijk geeft op
den aard van de publicaties der onderschei-
den steden. Een percentsgewijze berekening
geeft een nog scherper beeld. Vqor de ont-
spanningslectuur bijvoorbeeld: Leipzig 22,5%
Weenen 46%; Hamburg 47,5%; Berlin
31 %; Frankfurt a/M. 25 % ; Halle 24 % ;
Nürnberg 29 %.
Het blijkt o.m. dat Halle de grootste pro-
ductie heeft van algemeen-wetensckappelijke
en theologische tijdschriften ; Nürnberg die
van de historische en wetenschappelijke ;
Frankfurt die van de juridische ; Weenen die
van de literaire ; Leipzig die van de genees-
kundige ; Hamburg die van de opvoedkun-
dige.
Een uitwerking van deze statistiek per
stad, per periode en per vak geeft een trouw
beeld van de cultureele ontwikkelingsgeschie-
denis dier steden.
Kirchner’s werk bevat nog een aanhang-
sel van de drukschriften welke in de biblio-
grafie verkeerdelijk als tijdschriften werden
vermeld (zie B. G. 1928 Kirckner s bepaling
van ket begrip : tijdschrift) en verder nog de
noodige titel en naamregisters.
Kirckner’s boek is de vrucht van een
geweldige som kritischen en wetensekappe-
lijken arbeid en mag in geen enkel groote
- boekerij ontbreken.
Roman-repertorium, Ie deel. Titèllijst van
ongeveer 20.000 romans, verhalen, essays,
tooneelwerken, gedichten, ten gerieve van
bibliothecarissen, geestelijken en intellec-
tueelen, met opgave van zedelijke waarde-
bepaling en vakcijfers, voorafgegaan van
een lijst van pseudoniemen, bewerkt door
A.S.K.B., 436 bl. - Antwerpen, Vlaamsche
Boekcentrale, .1932. fr. 45,-; geb. fr. 52,-.
Het eerste deel van dit Benediktijnerwerk
is verschenen. In het volgend nummer komen
wij terug op deze prestatie van ket Algemeên
Sekretariaat voor Katholieke Boekerijen, wel-
ke voor alle bibliothecarissen van ongemeen
nut zal blijken.
43 |