Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>ons. De betooverende godin was gaan vliegen. En Ernest die juist een rendez-vous met haar had. Oolijkaard, Farceur ! vervolgt Richard, terwijl hij Alfred gemeenzaam op den buik slaat.</p>
<p>Maar wat staan wij hier als paalstaken op straat te doen ? Kom, drinken wij eene absint bij Brunelle ; zij is er heerlijk 1</p>
<p>Zoo gezegd zoo gedaan. De oude kennissen trekken bij Brunelle binnen, waar de geestrijke drank hun met noodeloozen overvloed van schenkborden, glazen, schaaltjes, karaffen, lepeltjes enz. wordt voorgediend.</p>
<p>Op uwe gezondheid ! zegt Richard, terwijl hij met zijn glas gemeenzaam tegen dat van Alfred tikt.</p>
<p>Maar, á propos, gij spraakt mij zooeven van Kaatje, zegt Alfred. Hoe komt zij u te binnen ?</p>
<p>Wel, zijn wij geen oude kennissen ? Hoe vaart ze ?</p>
<p>—lk weet het niet. Zij is eene doortrapte canaille ! ziedaar alles.</p>
<p>Kluchtig, echt kluchtig ! Gij zaagt haar toch voor geene heilige aan. Gij zijt dus niet meer met haar aangespannen ?</p>
<p>Neen, sedert een paar maanden niet meer. Zij brak het met een ander op en ontstal schier al mijn geld.</p>
<p>Tonnerre 1.. daar valt mij iets te binnen. Wel, dan is zij het, die ik eergisteren op het bal Mabille zag. Ik heb het mij ontgeven. Maar nu zou ik durven wedden, dat zij het geweest is. Zij was bij eenen langen heer met knap voorkomen, gekleed naar a English fashion ». Kortom, een echte overzeesche tijpe met de traditioneele bakkebaarden en spitse stijve halsboordjes.</p>
<p>Alfred verbleekt en spreekt geen woord. Hij heeft Willem aan de beschrijving herkend.</p>
<p>Nu, wat scheelt er aan ? schertst Richard, die Alfred's plotselinge verandering bespeurt. Dat meisje is u toch niet aan het hart gegroeid, denk ik ?</p>
<p>Neen, maar ik weet niet wat mij overkomt,.., en</p>
</text>
|