Full text |
houden den de Tolel van des koninck
ziel, den 16. December.
de bootsche Crige Volkeren, de welcke
liggen in verscheyde posten langhs de Weil¬
sel houden zich ongemeen stil, ende de
Bevelhebbers hier niemande van hun
Volck pelleren over die Riviere Voor
de ongschuynigheyt van de zee heb
ben zy desen post geene brieven bekomen
uyt sesen den Vorst, geempt bier ge¬
weldigh we¬
Conventiseert, den 18. December.
Het sijn eenige dameliquen gearriveert
soo den brave van Hoesen, ambas
deur van den beyser, den welcken dooge¬
en port te gemoet gesien in dese Stadt¬
ende die met een kort verblyft sch vaer
Stockholm tot bogeren, om eenige impor¬
ne ordres van sijne Keyserlycke alsje
hegt, die men wil dat opsicht hebben op
het Hennoversche Traetse, uyt te voeren
den het Holl van den Koninck van wesen.
Helt, den 18. December,
den Koninck van twisten bevindtsch
sedert eenige daeghen tot Potsdam, van
der soomen hoort, sijne Majesteydt
en eersten eenen wat het te doen maer
sien, ende get eenighe andere plaetsen
inkomeren, om het in dit gewesten
te vertuigen met de Jacboven de Suy¬
3
en wolven de
Oesters, den 18. December.
Eergisteren is onsen Ceur-brins, met een
een luitie van toerloonen, van hier
per post vertrocken naer Walschans, om
de visie te geven aen den Koninch van
Peter Vader de Staelen, van d
Courvorstendom sijn hier noch vergaderen,
doch het het ben genen dat sy in het
tot sullen scheyden, ende dat sij eene te
vorabele resolutie, tussen gemen op de pos¬
en die hun sijn voorgestelde van wegens
den Koninck van desen, onsen souvereren,
Den 10. December.
Eyndelyck is het verreek van den kon
noch van groot besien daer zonder
ghens heden acht dogespolie tesien,
de Vrydagh vastgesteldt, ende tot woord
Borstens op Hendsch de reys voort
de vernemen met den Hoge, en by
heere Hoog-mogende tese eenie ofte
leggen van belanck; van de gesche den
gemelden Heer den sijne brunnische Ma¬
het versogh doet is doen, eer hy sch
scheep begeeft, om niet Zogelen over
te steken. Voor deegen ontrek den ko¬
oock tot hertephanten eenen Expressen van
Marschyn afgesonden door den Heer
kinch, sijnen of gelant by den konisch van
den, niet van sijn aenbrengen van niets
gedivulgeert.
Roon, den 8. December.
de Princesse, Clementing, sobel on¬
houdt den doch in tot Rooster van de H.
Ceelia, onder Hoolignet gravia voorse
den Sordigh met den doen lanck, met so
selve heeft gesproken, voldogh werden
middagh begaff, zich den Risser van st
Jare voet het Baleijs van den Cordinael
Impetie, ende niet per sijne kongenig ee¬
no conferentie van meer de uuren. en
versekeren dat de versoeninge inslopen
dien kisser, ende de Princelle sijne Cama¬
linde, eerstdaegs tot sijn getroffen, in de
Provincie van Roman is op nieuws in het
het van dese weke eene schroonelycke,
der bevinge gedeelt, waer door veele kerc„
en oostervende wylen sijn gerest
ende veele menschen, dogst gebleven, de
Canoniatie van den Sligen Moilius Con¬
raad, van de Soerheyt ses is vastgesteld
ende tot in het kort geschieden,
„
VE, den 27 December.
Woonsdagh s morgens versodigde sich
ooten monarck met de Jacht by testort,
zonder voor den, aen hier sijne leg¬
lijke majesteydt Reede van Heer
Naer den middagh dees sen Ambladers,
van Veenen, den Heer Corre, sien ou¬
blieken sont in dese Stadt, hebbende een
gevolgh van de Corassen met by sesden,
de een yder en verhondert over de
sche, ende mogtentie, van den negen
van dien Amster, denselven dagt, als
neer in het haleyd en geld gevier
is den Geboorten dogh van de Amster¬
ginge Maria Elisabeth, Couverante van
de Oostengelsche Nederlanden, vertrock
de weesen hen van Godes, die in
dienst is van de zeylen, met het tot
|