Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>gij doorstond, hebt gij u onophoudelijk voor het algemeen welzijn opgeofferd, uwe eigene rampen vergetende, bevondt gij u • overal, waar hulp en troost te verleenen waren. Zijne Majesteit de Koning, u voor dit edel plichtvervullen uitzonderlijk willende beloonen, schenkt u het eerekruis voor moed en zelfsopoffering gesticht. Gedoog, vriend, dat ik er uwe borst mede versiere en u in naam van ons allen omarme ! (Vranckx hangt Lenaerts het eerekruis op de borst, de muziek speelt het WAAR KUNNEN WIJ NU BETER ZIJN. De boeren en boerinnen bieden hem ruikers aan.) De gansche schaar jubelt en geeft hare vreugde bij dit betoog te .kennen,men roept jubelend: LEVE LENAERTS !) LENAERTS (te midden van vrouw, kinderen en vrienden). Ach! Mijne goede vrienden, ik vind geene woorden om u mijnen dank uit te drukken. Het is te veel geluk op oenen dag. Heeft de Heer gedurende eenen tijd onzen hemel met sombere wolken betrokken, op eens verwijdert hij die van ons, en hij schenkt ons de heldere lucht wei. die wij vroeger zoo lang hebben mogen genieten. Eene zwarte vlek blijft echter dien blauwen hemel ontsieren ! 0 ! Ik ben wel verplicht het te bekennen, te midden van al het geluk dat ik smaak, gevoel ik thans dat er mij iets ontbreekt. (Liesbeth begeeft zich op een teeken van den jonker naar de woning, opent de deur en Flip gereinigd en in eene eenvoudige boerenkleedij verschijnt in dezelve. Hij is bleek, door zijne moeder en door Jonker ondersteund die hem te gemoet gaat nadert hij 'langzaam tot bij zijnen vader.) waarom heb ik u uit onzen huiskring moeten verbannen ; waarom mag ik u in dien plechtigen</p>
</text>
|