Full text |
<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?>
<text>
<p>zich den strijd niet voorstellen, dien zij doorworstelde, toch zag hij wel hoe het meisje leed.</p>
<p>Hij had haar volle vrijheid gegeven, in deze tusschenruimte te doen wat zij goed vond Alle dagen ging zij naar de kerk en bleef daar laat. Het overige van den dag bracht zij grootendeels over in hare kamer, Zonder in huis of stal ergens de hand aan te steken. Zulks ergerde hem zeer; doch het zou wel daarmede eindigen.... Ook had zij, gedurende deze dagen, schier spijs noch drank aangeraakt.... En dan wist hij nog niet eens wat de meid vertelde: Rozekens bed was in drie nachten niet aangeroerd; den ganschen nacht had zij haar hooren zuchten en was er licht gebleven op hare kamer.... Was dat om uit te houden?.</p>
<p>Zijn vaderhart bloedde, telkens hij het meisje door het huis zag gaan, sprakeloos, ingekeerd en, helaas, zoo bleek en lijdend. Somwijlen deed hij zich verwijten, zoo ver te zijn gegaan ... Doch gelukkig was nu de derde dag daar, en eens een besluit genomen, zou de kalmte wel weerkeeren en zou ook alles eene gunstiger wending nemen....</p>
<p>Ziet ge wel? Zij was immers reeds een gansch ander meisje dan gisteren! Wat kalmte uit al hare be. wegingen tegenstraalde ! Glinsterde niet reeds in die oogen, welke nog door de matte blauwe kringen van zwakheid, lijden en uitputting omgeven waren, de vastberadenheid, de overtuiging? Giste men niet reeds, daar hoog op die doorschijnende wangen, een zweem van bios?. .. Zie maar, de strijd was voorbij en hij zag de overwinning vOor zich....</p>
<p>Helaas, ja, de beproeving was doorstaan.. . de roeping was erkend onweerstaanbaar als het n00M0t....</p>
<p>Hij was met zijne dochter alleen in de groote kamer;</p>
<p>DE BOER DER SCHRANSE.</p>
</text>
|