Full text |
Indien zij geluk van leven gehad had, wie weet wat zij nog ondernomen zou
hebben... en ten einde gevoerd.
Haast sprakeloos hebben zij, die met Saskia Lobo omgang hebben gehad, het
nieuws vernomen. Hoe kon een zo energieke, jonge, pientere meid, zo eensklaps
verdwijnen, een element, dat nog veel meer te geven had, dan het reeds gegeven heeft.
Wij zullen ons steeds ons eerste contact herinneren, op het Statieplein te
Antwerpen, op Smxendag. V^ij togen naar het rendez-vous, ietwat bevreesd om « wat
het worden zou »; denkend er een statige, nogal bedaagde dame te vinden, streng,
ondoorgrondehk, die men met de nodige afstand behandelen moet (twee mentaliteiten
toch gingen op elkaar af). Was ons dat een verrassing : fluks draait een eenvoudig
gekleed, klein, maar levendig ding op haar hielen; achter de grote brilleglazen lachen
een paar heldere oogen; een flinke hand wordt geschud, en in een slag wandelt het
gezelschap de De Keyserlei over... naar de Smxenfoor.
’t Was net of éen van de duizenden door Holland fietsende jonge meisjes ijlings
van haar hoge fiets gesprongen was, als Jo of Rikkie, een ontmoetinkje had gehad,
en ophoepelde de stad in.
Was dat Saskia Lobo, die ’t goeie weer maakte in de kinderlectuur ?
Nu ja, ’t was Saskia Lobo, echt
We zagen haar voor ’t eerst, en ’s anderdaags, na een bezoek aan Plantin-
Moretus, dat haar geweldig ingenomen had, voor 't laatst.
Wat wilt ge ?
Ik zal dit berichtje nog eens nalezen, om er mij van te overtuigen, dat ik over
een dode sprak.
G. SCHMOOK
$
Hier volgt het artikel van Mevr. S. Troelstra-Bokma de Boer (N. van Hiehtum)
in « Het Volk » :
Nu de eerste schok, die het overlijden van Saskia Lobo gaf, voorbij is, voel
ik behoefte, een enkel woord te wijden aan haar beteekenis voor onze kinderliteratuur.
Wat ze deed voor onze partij (de S. D. A. P.) en speciaal voor de Haagsche
Vrouwenclub, dat is bekend, maar dat ze op ’t gebied der kinderlectuur onze eerste
Nederlandsche specialiteit was, dat hebben de meeste partijgenooten zeker niet goed
geweten.
Ze had zoo véél te zeggen — vooral aan de ouders ; ze kende, tot mijn steeds
stijgende verbazing, zoo véél van het allerbeste, dat op dit gebied in alle landen
is verschenen en waardeerde vooral ook zoozeer al het goede, dat in ons landje
wordt gegeven !
In de enkele jaren, waarin ik geregeld met haar in contact kwam, heb ik meer
en meer haar beteekenis leeren begrijpen, en ik had gehoopt, haar op den duur aan
het hoofd te zien van een bibliotheek voor onze jongens en meisjes, waarin alleen het
werk van oorspronkelijke en vreemde schrijvers zou worden opgenomen. Een boekerij
158 |