Full text |
773 JS
jaffelsleutels. — Clefs d
olette.
gordijnen en gordijnen. —
ores et rideaux. (Zie tulle
izj. I
ieeg. — Pdtes a rouleau.
selen van zeelieden. —
iie aanwerven),
bings. —- Rotins. (Koopl.
i makel.).
tingvlechters. — Vanniers
i rotin.
imeensch Ainber.?^ 4m-
■e de Roumanie.
wartikelen. — Deuil.
neesters. — Equitation. —
Lfrichters van paarden).
rt. — Riz. (Koopl. in-),
uigmakers. — Carrossiers
iuigmakerij. — Carrosse-
e grosse. (Benoodigheden)
.uitschilders. — Peintres
i équipages,
s.
iuigversierders. — Garnis-
urs de voitures.
■u i g verhuurders. — Voitu-
irielen. — V élocipèdes.
iber. — Caoutchouc. (In-
lerders).
iberbanden. — Bandages
£ caoutchouc et pneus.—
Toot fietsen, motorfietsen
i autos).
iber en gntta-percha-arti-
slen en regenjassen. —
xoutchouc et gutta-percha
I impreméables.
ionmeubelen. — Mobiliers
i salons. (Fabr.).
itaire inrichtingen. — Ap-
zreils sanitaires.
itaire toestellen. — Instal
vtions sanitaires.
Itaire vergaarbakken. M
öllecteur sanitaire.
dijnen. — Sardines.
icijzen. Saucissons.
alien. — Ardoises. (Hand
1 dekkers).
atters van averij-gros. —
ispacheurs.
eedenmakers. — Gainiers.
eepsbevoorraders. — Four
isseurs de navires et vic-
lailliers.
ieepsbenoodigheden (zie
akelwerk). gj Fournitures
1 Navires (voir agrès de
farine).
ieepsbevrachters. — Affrè-
ptrs de navires.
feepsbouwers. — Construc-
teurs de. navires.
leepskapiteins. — Capitai-
bs de navires.
leepsketels. — Chaudières
i! navires. (Bikken en be-
Itten).
geepsmakelaars en agen-
in. 3 Courtiers de navires
I agents maritimes.
ieepsmotoren. — Moteurs
bur bateaux.
eeepspompen. ,— Pompes
iiur navires.
feepsreparatien. — Navires
«eepsschilders. — Peintres
J! navires.
(jeepssmeden. — Forgerons
[t navires.(Zie ook scheeps-
tra wers).
«eepsteekenaars. — Archi-
•ctes navals.
jfsepstimmer lieden.— Char-
ejmtiers de navires, (zie ook
éheepsbouwers.)
ïpepsvlaggen. — Pavillons,
afeepvaart - agenten. —
pients rn.aritim.es. (Zie ook
isheepsmakel. en scheeps-
«vr achtera).
mikunde en apotheek. —•
inimie et pharmacie. (Be-
oiodigheden voor),
iüikundigen. 3| Chimistes.
rei kundige toestellen,
sjfapareils de laboratoire.
•xBrmmeesters. — Escrime.
ÖÜderen op glas. — Pein-
Més sur verre.
hllderen op porcelein. —
sxmintres sur porcelaine.
raiders. Peintres. (Kun-
nénaars en leeraars),
ralderverf en benoodighe-
an. — Couleurs pour la
sxiinture et articles pour ar
sites peintres. (Zie ook
> oth stschilder s).
bilderijen. — Tableaux.
Schilderijen. — Tableaux.
(Handelaars in-).
Schilderijen. — Tableaux an-
ciens. (Oude).
Schilderijen. — Tableaux.
(Bestaureeren van-).
Schilderijen. — Tableaux.
("Verdoeken van-).
Schoenen. — Chaussures. (Be-
noodigheden ).
Schoenen. — Chaussures. (Fa-
brik. en groothand.).
Schoenen. — Chaussures en
détail. (Kleinhand.).
Schoenmakers.— Cordonniers.
(Zie Schoenen).
Schoenmakers en schoenwin-
kels. —; Bottiers, cordon-
niers et marchands de
chaussures. (Zie schoenen.)
Schoensmeer (zie Blink).
Scholen. — Ecoles.
Schoonmaken door stofzuigen
— Nettoyage par le vide.
Schoorsteenvegers. — Ramon-
neurs. .
Schorsen en looistoffen. —
Ècorces et tanihs. (Koopl.
en handel,).
Schouwburgen. — Theatres.
(De plannen staan achter-
aan in het boek).
Schroot en oud ijzer. — Fer-
railles et vieux métaux.
(Koopl. en hand.), (Zie Ou-
de metalen).
Schrijfmachines. -— Machines
d écrire. . - -
Schrijfmachines. EHMacTiines
- d- écrire. (Allerlei opge-
kD3iPt6”) •
Schrijnwerkers - timmerlie-
den. — Menuisiers-charpen-
tièrs.
Schrijvers en dagbladschrij-
vers. — Hommes de lettres
et journalistes.
Seruis. — Céruse.
Siecolin. — Siccollin. - _
Sierpotten. — Poteries. (Fa-
brik. en hand.).
Sigaren. — Cigares. (Benoo-
digheden voor fabrikanten)
Sigaren. ÉÉ7 Cigares. (Fabrik.
en hand.), (Zie ook Tabak-
en sigarenfabr.).
Sigarenkisten. £7- Caisses d ci-
gares. (Fabr, van).
Sigarenmakersmachinen —
Machines a fabriquer les
cigareSi
Sigarettenpapier. — Papiers
d cigarettes. (Fabr.).
Slachters. — Abatteurs.
Sleepdiensten.-® Remorquage.
(Zie bestuurl. hoofdstuk.)
Sloffen (zie Pantoffels).
Slot- en kachelsmeden.— Ser-
ruriers-poêliers.
Sloten en kunstsmeedwerk. —
Serrurerie et ferronnerie
d’art.
Slijp- en molensteenen. —
Meules. (Slijpers van-).
Slijpsteenen. — Pierres d
aiguiser.
Slijpsteenen. 7— Meules d
aiguiser.
Slijpsteenen. --- Meules an-
glaises. (Engelsche).
Smeden. — Forgerons.
Smederijen. — Forges.
Smeedwerk. WSkFerronneriés.
(Zie Ijzerwinkels).
Smeedwerk voor het bouwvak
— Ferronneries pour b&ti
ments. (Zie slotenmakers
en kunstsmeedwerk).
Smeerkruiken. — Burettes.
Smeerolie en vet. — Huiles et
graissages. (Toestellen tot
zuivering van-).
Smeertoestellen. — Grais
seurs.
Snijders. — Tailleurs pour
dames. (Kleermakers voor
dames).
Snijders. — Tailleurs. (Kleer-
makers), (Zie ook Heeren-
en kinderconfectien.)
Sodakristalen. — Cristaux de
soude. (Fabr.), (Zie ook
Drogisten).
Sodanitraat. — Nitrate de
soude. (Invoer van).
Soldeerlampen. -i Chalu-
meaux pour soudure.
Soldeersel. — Soudure.
Soldehuizen. — Soldes.
Solfer-raffinaderijen. — Soii-
fre.
Spaarkas. — Caisse d’épargne
Speelgoed. — Jouets, (zie ook
Spiegels. — Glacés. (Zie ook
spiegelmakers).
Spinnerijen. — Filatures.
Sponsen en zeemvellen. —
Eponges et peaux de cha-
mois. (Hand.)
Spoorweg - maatschappijen.
— Soc. anon. de chemins de
fer. (Zie ook inleiding).
Sportartikelen. — Sports.
Springstoffen. — Explosifs.
Springveren. — Ressorts.
(Fabr. en agenten).
Spuitwater. — Eaux gazeuses.
(Toestellen voor fabr. van)
Spuitwater en limonade. —
Eaux et limonades gazeuses
Spijkers (zie nagels).
Staal. — Aders.
Staken en rondhout. — Per-
ches et bois ronds.
Stalen kabels. — Cdbles en
acier et cdbles métalliques.
Stalen langsliggers. — Pou-
trelles en ader.
Stalentrekkers. — Echantïl-
lonnage.
Stampers. — Concasseurs.
Stearinefabrieken. — Stéari-
nerie s.
Steen (zie baksteen).
Steen. — Pierree bleues et
blanches. (Koopl. i en agen-
ten in blauwe en witte).
Steendrukkers.— Imprimeurs
lithographes.
Steengroeven. — Carrières.
(Zie Zandgroeven).
Steenkappers, hc Tailleurs de
pierree. (Zie Marmer).
Steenkool. — Houille. (Zie
kolen).
Stekskens (zie Lucifers).
Stempeldruk. — Timbrage en
relief.
Stempeldrukkers. — Estam-
peurs.
Stempelen. Timbreurs.
Stempellak. — Cire d cache-
tér.
Stempelmachines. — Timbres
secs d levier (met hefboom).
Stempels.— Timbres en caout
chouc. (Bubber-).
Stenografen, Sténographes.
Stoelen. — Chaises. (Fabr. en
binders).
Stoffen. —ï- Drops et étoffes.
(Hand in).
Stoffen. BH Tissue. (Koopl.,
fabr. en agenten in).
Stoffen voor meubileering. —
Tissus pour ameublement.
Stofzuigmachines. —- Aspira-
teurs électriques de pons-
sières. (Electrische).
Stoom-, gaz- en petroleum-
machines. — Machines d
vapeur, au gaz et au pétro-
le.
Stoomhamers. — Marteaux-
pilons.
Stoomketels, Chaudières d
vapeur.
Stoomrijstmolens. — Rizeries
a vapeur.
Stoomvaartmaatschapp. —
Lignes de navigation.
Stootwagens. — Charrettes.
(verhuren van).
Stoppen. — Bouchons. (Hand.
en koopl.).
Stoppen van stoffen. ■— Stop-
page. ("Verstellen).
Stopverf. — Mastic.
Stopverf voor Marmerbewer-
kers, — Mastic pour Mar-
breries.
Stouwers. — Arrimeurs et les-
teurs.
Straatsteenen. — Pavés.
Stras voor kammen. — Simi-
lis diamant pour peignes.
Stroohoeden. — Chapeaux de
paille. (Fabr. en hand.).
Stroopfabrikanten. — Sirops
Struisvogelvederen. — Plu-
mes d'autruche.
Strijkinstrumenten. — Ltt-
thiers.
Stijfsel. — Amidon. (Fahr. en
kooplieden).
Sucrapaille. — Sucrapaille.
Suiker. — Sucre brut. (Fabr
van ruwe-).
Speelkaarten. — Cartes d
jouér.
Spelen. — Jeux de sociétés,
bacs, etc. (Bakspelen en an-
dere), (Fabr.).
Spek. — Lards. (Zie ingezou-
ten vleesch).
Spiegelmakers. — Miroitiers,
Suiker. — Sucre. (Koopl. m).
Suiker. — Sucre. (Makel in).
Suikerbakkers. "—j. Confiseurs.
Suikerraffinaderijen. — Su-
• aart- en suikerbakkers. —
Pdtissiers - confiseurs. Zie
ook Tea Booms).
Tabak- en sigarenwinkels. — 7
Tabacs, cigares et cigaret-
tes.
Tabakfabrikanten en kooplie-
den. j—- Tabacs fabriqués.
(Zie ook Sigarenfabrikan-
ten).
Tabak in bladeren. — Taboes
en feuilles. (Koopl.).
Tabak in bladeren. — Tabacs
en feuilles. (Makelaars).
Tafelgerief. — Matériel pour
•diners et soirées. (Verhu-
ring van-).
Tafelkleeden. — Nappages.
Takels. — Palans.
Takelwerk voor sohepen. —
— Agrès de marine.
Talksteen. — Talc de Venise
et de France. (Venitiaansche
en Fransch).
Tandmeesters. — Dentistes.
Tandraderen^^ Engrenages.
Tapioca. — Tapiocas.
Tapijten. — Tapis. (Machi-
naal kloppen van-).
Tapijten en behang. — Tapis
et tapisseries. (Fabr. en
hand.).
Taximeters voor autos. —
Taximètres.
Tea-Kooms en Five O’Olock.
— Tea-Rooms et Five
O’Clock.
Technische benoodigheden. —
Articles techniques.
Technische produkten.— Pro-
duits techniques.
Teekenaars. — Dessinateurs.
Teen. — Osiers. (Koopl. en
makel.).
Teer èn pek. —- Goudron et
poix. (Koopl. en agenten),
(Zie ook scheepsbevoórra-
ders).
Tegels. — Carreaux cérami-
ques. (Fabr. en hand.).
Tegels in geperst asphalt. —
Carreaux en asphalte com-
primé.
Tegels in geperste cement.—
Carreaux en ciment com-
primé. (Fabr: en hand.).
Tegelvloeren. — Carrélages.
Telefoon. — Téléphone.
Telefoon zonder draad "(be-
■ nóodigheden voor). — Té-
I léphonip sans fil (art. et
fournii. pöur). -
Telegrafen!^® Télégraphes.
Tel- en rekenmachines. "
Machines d additionner et
d calculer.
Tenten, rolgordijnen, enz. —
Tentes, stores, etc.
Terpentijn. — Térébenihine.
Theater - kostumeerders. -—
Costumiers de thédtré.
Thee. —. Thés. (Koopl. èn ma-
kelaars) .
Timmerhout. — Bois de con-
struction. (Makelaars en
agenten).
Timmerlieden.— Charpentiers
(Zie Schrijnwerkers - Tim-
merlieden).
Timmerwerk in metaal. —
Charpentés métalliques.
Tin. _— Etain.
Tingieters. — Fondeurs d’é-
tain. (Zie ook Loodgieters)
Toestellen voor het aftrek-
ken van ’ olie. — A ppareils
pour soutirer l’huile.
Toestellen voor X-straten. —
A ppareils pour rayons X.
Toezicht. — Surveillance.
Tolagenten. — Agents en
douane.
Touwtjes. — Ficelles. (Fijne
koord), (Zie ook Touwwerk).
Touwwerk. — Cordes et oor-
dopes. (Fabr. en handel.),
(Zie ook Takelwerk).
Touwwerk en houtvezels. —
Cordes et fibres de bois.
Tractors. B- Tracteurs.
Traliën en hekken. — Grilla-
ges.
Tramweg - Maatschappijen.— ■
.Sociétés anon. de tramways
Transmissiën. — Transmis- |