Full text |
ten) die erin bestaat om o.m. de ontwikkeling van de bibliotheek als instel-
ling te bevorderen en anderzijds dat zij zich niet op het syndicale terrein wil
begeven, wanneer personeelsbelangen moeten behartigd worden, zich gere-
geld voor dilemma’s geplaatst ziet.
Reeds van in de stichtingsjaren heeft deze dubbelzinnige opvatting ove-
rigens uitstekend bedoeld — een trekkebenen voor gevolg gehad.
3. Het volstaat dat u de zopas aangeboden Historiek zoudt lezen om vast
te stellen dat de Vereniging zich hoofdzakelijk verdienstelijk heeft gemaakt
op technisch terrein ; m.a.w. zich heeft toegelegd op bibliotheken.
Kortom : zij is een zeer algemene personeelsvereniging die zich hoofd-
zakelijk met instellingen inlaat. Tijdens de jongste congressen werd op dit
feit de nadruk gelegd en werden de statuten voorbereidend herzien.
Aan de andere pool, maar even dicht bij ons doemen reeksen behoeften op
die stuk voor stuk van groot belang zijn.
Het komt mij voor dat deze behoeften in twee groepen kunnen ingedeeld
worden- Vooreerst de problemen die rechtstreeks betrekking hebben op de
mens-in-zijn-werk : de bibiothecaris en vervolgens de behoeften die vanuit
het werk zelf worden opgedrongen.
In de eerste plaats de mens in het perspectief van zijn werk :
Ik meen drie facetten van het probleem te kunnen onderscheiden : er is de
algemene opleiding, de gespecialiseerde opleiding en de vorming, zoals ook
door Drenth, Willems en de Wolff (1) worden onderscheiden.
Door de nu snel evoluerende openbare bibiotheken, door de vermeerdering
van het aantal wetenschappelijke bibliotheken en sinds het merkbaar door-
dringen van het verlangen naar professioneel werk worden kaders vereist
die alleen maar kunnen opgevuld worden wanneer goed geroutineerde
scholen valabele gediplomeerden afleveren.
Een vlugge berekening geeft een vraag naar 1.500 gediplomeerden over een
afstand van 10 jaar voor het Vlaamse landsgedeelte. Hierin zitten ongeveer
200 posten in wetenschappelijke instellingen wanneer men alleen rekening
houdt met bestaande of kortelings op te richten bibliotheken. En wie kan hier
de ontwikkeling voorspellen ? Wanneer voor deze behoefte geen degelijke,
algemene opleiding, ik bedoel wel degelijk een volledig dagonderwijs met
aangepast programma en geschikte leerkrachten, wordt voorzien dan durf
ik zonder aarzelen een ramp voorspellen. Of verlangt u een rekensom-
(1) Bedrijfspsychologie ; onderzoek van evaluatie, o. red. v. P.J.D. Drenth, P.J. Willems en
Ç.J. de Wolff., Nijmegen, 1970, 764 blz.
Bibliotheekgids — Jg. 48 — Nr. 2 —
1972 / 9 |