Full text |
W. Dehennin, Voorzitter van de Vlaamse Vereniging van Bibliotheek- en
Archiefpersoneel
de vereniging morgen
Dames en Heren,
Wanneer na een familiejubileum de leden vertrokken zijn wandelt de gast-
heer even de stille nacht in om de dingen nog eens te overpeinzen. Hij zoekt
tussen alle lof en bloemen enkele woorden en kleurtjes die bleven vast-
haken in het hart.
Maar toch kan hij een droombeeld-van-over-tien-jaren niet wegvegen, al ziet
hij dàt beeld in alle scherpte. Maar aangezien er slechts een 20-tal minuten
beschikbaar werden gesteld door een wijze congrescommissie kan slechts
een vage schets, een aanwijzen van ideeën, het formuleren van enkele
wensen overwogen worden. Om een antwoord te kunnen geven op de vraag
in welke richting de Vereniging dient te evolueren lijkt het mij noodzakelijk
dat voorafgaandelijk de huidige en ook de toekomstige behoeften door het
bibliotheekwerk gesteld, moeten omschreven worden.
Anderzijds mag de Vereniging wel in eigen boezem kijken om te antwoorden
op de vraag : wie ben ik ?
Het is u reeds duidelijk dat deze luttele minuten zullen besteed worden om
enkele verbindingslijnen te trekken tussen die beide vragen, die tevens als
uitgangspunten kunnen opgesteld worden.
In het vrij wazige wezen van de Vereniging moeten alvast drie karaktertrek-
ken worden onderkend :
1. Zij is een Vereniging voor en van alle bibliotheektypen, zowel de open-
bare bibliotheek in elke uiting, de algemeen wetenschappelijke bibliotheek,
de speciaal wetenschappelijke bibliotheek, de bedrijfsbibliotheek, als de
religieus wetenschappelijke bibliotheek.
Dit is een uitermate belangrijke wezenstrek die meteen de eenheid van het
werk, van het vak en van de status uitstraalt. En laat mij er aan toevoegen
dat in talrijke landen en ook in België zelfs de meeste verenigingen afge-
stemd zijn op bepaalde groepen van bibliotheektypen of van bibliothe-
carissen.
2. Zij is een personeelsvereniging waardoor zij zich richt tot mensen en niet
tot instellingen. In de jongste jaren zijn hierdoor vrij scherpe moeilijkheden
ontstaan omdat de Vereniging, bewust van haar opdracht (volgens de statu-
8 / Bibliotheekgids — Jg. 48 — Nr. 2 _ 1972 |