Full text |
Schelde geschreven is, vindt men hier
grootendeels aanwezig.
PERSONALIA
Dr Leo Goemans
Tot opvolger van den heer E. Gaillard
als bestendige secretaris der Koninklijke
Ylaamsche Academie werd benoemd
de heer Dr Leo Goemans, algemeen
opziener van het. middelbaar onderwijs,
Bestuurder der Academie voor het jaar
- HHfl
Dr Leo Goemans werd te Leuven
geboren den 5 Februari 1869 en is lid
der Academie verkozen den 17 Juni 1908
(werkend lid den 15 Maart 1911),
Een lijst zijner werken kan men vinden
in het Jaarboek 1914, blz. 227. Hij
schreef o.m. : Het dialect van Leuven,
phönetisch-historisehe studie, 1897. Een
bijdrage tot de kennis van het Ant-
werpsch dialect in de zestiende eeuw,
1906.
Met prof. Ph. Colinet heeft hij de
leiding der Leuvensche bijdragen op het
gebied van de germaansche philologie
en in het bijzonder van de Nederlandsche
dialectkunde.
Ter pers is zijn door de Academie
bekroond Idioticon van het Leuvensch
dialect.
Henri Béraud
«Le bulletin de la vie artistique »
deelt eenige biografische bijzonderheden
mede over Henri Beraud, den schrijver
van «Vitriol de lune » en «Le Martyre
de l’Obèse», aan wien de Concourt
prijs over 1922 werd toegekend.
Béraud, de zoon van een bakker, die
' in zijn jeugd veel aan sport : boksen,
schermen en voetbal, heeft gedaan, was
eerst teekenaar voor een zijdenstoffen-
fabriek, daarna klerk op een advocaten-
kantoor, tot hij zich in 1911 op 25-jarigen
leeftijd in zijn geboorteplaats Lyon als
antiquair vestigde in de rue Saint-
Cosme, dezelfde straat, waar de laatste
episode uit zijn roman « Vitriol de lune»
zich afspeelt. Hij was geassocieerd met
een gewezen schilder, doch vestigde
zich later zelfstandig in een klein win-
keltje, waar tegenwoordig een strijkster
woont. Daar ontving Béraud zijn eerste
kunstenaarsvrienden. De winkel werd
meer en meer artiesten-societeit. Béraud
ging voor plaatselijke bladen schrijven,
met zijn pen verdedigde hij de jonge
schilders tegen de hun vijandig gezinde
burgerij van Lyon.
De antiquairs-zaak verliep en Beraüd
trok, na nog geen twee jaar in ’t anti-
quairsvak te zijn geweest, naar Parijs,
waar hij in de « groote » journalistiek
kwam.
Guido da Verona
Guido da Verona, de schrijver van
den ook in Nederland veelgelezen roman
Mimi B luette, is, zoo vertelt Comoedia,
thans, in Italië de gevierde auteur. Zijn
succes overtreft dat van den beroemden
d’Annunzio. Terwijl de oplage van diens
II Piacere, zijn meest gevraagde boek,
nog op verre na de honderd duizend
exemplaren niet haalde, werden er van
Guido da Verona’s meest geliefde werk
Colei che non si deve amare reeds twee-
honderd twintigduizend exemplaren ver-
kocht. Het onderwerp van dit boek — in
het Fransch Celle qu'il ne faut pas aimer
geheeten -— is dan ook nog al sensationeel ;
het handelt over de ziekelijke verliefd-
heid van een broeder voor zijn zuster.
De romans van Da Verona hebben alle
suggestieve titels, waarin wel voor een
deel de oorzaak zal gelegen zijn van zijn
buitengewone succes. Zijn laatste boek,
in 1922 verschenen, heet : La mia vita in
un raggio di sole (Mijn leven is een
zonnestraal). De groote populariteit van
Da Verona — die van beroep journalist
is — dagteekent van de laatste twaalf
jaar.
103 |