Full text |
Kr werd getracht in enkele eerste behoeften te voorzien :
1° Kr is bij de samenstelling teruggegrepen tot voor twintig, tot voor der-
tig jaar zelfs, om onze plattelandsche (en ook stedelijke) boekerijen attent te
maken'op bruikbare lectuur voor kinderen die in de bibliotheek voor ouderen
verloren staat, of nog alleen tweedehands te verkrijgen is.
2° Deze lijst wil geen keurlijst zijn. Wij zijn allen doordrongen van het
nut dat onberispelijke kinderboeken zouden kunnen opleveren, want het was
precies de onvolkomenheid van het Vlaamsche kinderboek, welke ons op de ge-
dachte bracht het vraagstuk te bespreken. Maar, indien de maat streng wordt
aangelegd, dan kunnen wellicht een vijftigtal werken het glansvol uithouden.
Stellig kan zulke bagage voor de vorming van een geslacht volstaan (men deed
het vroeger wel met minder) maar... de toestanden zijn nu eenmaal anders en
het blijkt, dat het boek, waaraan wel eens éen vlekje kleeft, zelfs twee, juist
het méést verspreide is. In deze lijst staan bijgevolg werken vermeld, die de
zuivere-tot-op-de-graat op medelijdend hoofdschudden zal kunnen onthalen.
Wij denken echter aan het euvel eenigszins te verhelpen door uit het œuvre
van bepaalde schrijvers dat te lichten wat het best verdedigbaar is. Meerderen
zullen zich overigens afvragen of het « kwaad » wel zoo’n kwaad is. Door zulk
werk. te situeeren wordt het misschien nog het best bestreden. Ook heeft de
illustratie van een boek ons wel eens den tekst doen voorbijzien—
8° De samenstellers hadden drie publieken op het oog : de prille jeugd,
die scheur gezind is en waarvan al te licht geloofd wordt, dat zij niet anders
dan scheuren kan, terwijl ze inderdaad oog heeft voor een plaat, en bij wie be-
langstelling voor het mooie boek gemakkelijk kan opgewekt worden; de schoob
jeugd van 6 tot 14-15 jaar, voor dewelke lectuur en boek dagelijks voedsel moe-
ten worden (zonder aanleg te vertoonen voor « perkamentisme ») ; de na-lagere-
schoolsche jeugd, te verdeelen in twee groepen : de eerste, die de lagere school
vaarwel heeft gezegd, maar zich, | zij gelijk onder welken vorm, tot het be-
roepsonderwijs gewend heeft ; de tweede, die in het leven getreden xs langs
het werkhuis, het bureau, enz. - ■ :. ' • - i n ;
Voor de eerste van beide laatstgenoemde groepen werd het bruikbare ^ma-
teriaal aangevoerd, dat aan de hand van de lessen of gedreven door buiten
schoolsche belangstelling, met vrucht kan geraadpleegd worden als overgang
tot de lectuur voor volwassenen, terwijl ook zorg gedragen werd het dage-
lijksche naslagmateriaal (woordenboeken) onder de oogen te brengen. Voor de
tweede groep, die ons zeer na aan het hart ligt, werd die; fiction-lectuur aan-
gegeven die het zekerst naar veilige wegen voert, terwijl wij ons wel gewacht
hebben de maat al te preutsch aan te leggen om afstomping te vermijden : in-
zicht in levënsvragen, die den geest en het lichaam toch bezighouden, wordt
mogelijk gemaakt. • _ ." . • . • •.,..
Het was er ons om te doen lezers te vormen (in den aanvang) en deze voor
het leven te behouden (na de school), om ze de openbare boekerij in gezonden
staat over te leveren. Alhoewel deze lijst op: de practijk steunt, toch dekt haar
95 |